"U bent getuige, en God, hoe heilig en rechtvaardig en onberispelijk wij geweest zijn bij u die gelooft." (1 Thessalonicenzen 2:10)
De uitleg van Paulus wat hij gedaan heeft was heel duidelijk. Hij heeft niemand naar de mond willen praten, hij heeft zuiver willen zijn in wat hij deed, maar hij heeft ook voluit uit liefde alles willen doen. Liefde en vriendelijkheid ging hand in hand met eerlijkheid en zuiverheid in wat hij zei en deed. Toch lijkt het alsof Paulus nog niet helemaal tevreden was met wat hij al had gezegd. Want dan volgt het tiende vers nog even.
Je zou de neiging hebben om dit vers maar over te slaan omdat het wel veel van hetzelfde lijkt te zijn, maar als je nadenkt over de woorden die Paulus hier gebruikt, is het toch wel even de moeite waard om er bij stil te staan. Sterker nog, het roept zelfs wel een paar vragen op aan ons eigen adres. Paulus durft naast God, zelfs de gemeente van Thessalonica tot getuige erbij te roepen over de manier hoe hij zelf zich heeft gedragen in de gemeente.
Durf jij, in je eigen gemeente, of in de kring waar binnen jij tot zegen bent te zeggen dat je hen tot getuigen roept dat jij heilig, rechtvaardig en onberispelijk bent geweest voor hen die geloven? Heilig, rechtvaardig en onberispelijk. Dat zijn nogal niet een paar woorden. Kun jij dat zeggen en durf je daar dan ook anderen tot getuigen bij te roepen? Want dan wordt het wel heel spannend, want weet jij hoe anderen zullen reageren op jou? Je weet misschien wel met welke intentie je dingen hebt gedaan, maar om te zeggen: heilig, rechtvaardig en onberispelijk, dat is nogal wat. Toch kiest Paulus ervoor om deze worden te kiezen.
Het begint misschien wel gewoon bij de vraag of je onberispelijk en eerlijk wilt zijn in elke omstandigheid. Dat betekent dat je zelfs niet iets van wat je doet, afzwakt in je woorden. Dat betekent dat je er ook niet omheen zal draaien, maar altijd transparant zult zijn. Ook als het gaat om je heiligheid in je leven, ook dat is van belang. Eigenlijk zegt Paulus hier ook dat al deze dingen samen horen te gaan met de boodschap van het Evangelie. Het ene kan niet zonder het andere. Een leven in zonden en het Evangelie verkondigen, dat kan niet samen gaan. Het is niet voor te stellen dat er mensen op verantwoordelijke plaatsen in de kerk een leven in zonde leven, terwijl ze verantwoordelijkheid dragen voor het lichaam van Christus. Paulus roept niet voor niets ook God er tot getuige bij. Ook dat is iets dat duidelijk maakt hoe serieus Paulus hierin wil zijn. Sterker nog, uiteindelijk zou het hem zijn bediening kosten als hij zonden zou toelaten in zijn leven.
Laten we elkaar maar de vraag stellen of we echt heilig, rechtvaardig en onberispelijk zijn. Is dat te hoog gegrepen? Wellicht wel, maar met minder mag en kan het ook gewoon niet. Het gaat om de boodschap van God en die mag niet in diskrediet gebracht worden door ons gedrag.
Gebed: Vader, ik wil echt heilig, rechtvaardig en onberispelijk zijn en waar ik struikel wil ik belijdenis doen van mijn zonden en fouten, zodat ik ten alle tijde zuiver zal zijn in wat ik doe.