"Maar wij zijn in uw midden vriendelijk geweest, zoals een voedster haar kinderen koestert. Wij waren zo vol verlangen naar u dat wij graag met u niet alleen het Evangelie van God wilden delen, maar ook onszelf, omdat u ons lief geworden was." (1 Thessalonicenzen 2:7 en 8)
Je krijgt wel eens het idee dat als je mensen niet naar de mond praat, dat dit overeenkomt met onaardig zijn. Het wordt soms ook zo wel ervaren en misschien als je teveel vanuit je eigen kracht met mensen spreekt over dingen die niet goed zijn dat dit ook echt zo over komt. Onze manier van spreken kan dan ook echt wel eens niet goed zijn. Maar tegelijk is het niet zo als je Gods Woord in alle eerlijkheid spreekt, dat je dan niet liefdevol zou zijn. Als dat gezegd wordt, is dat een leugen met behoorlijk wat manipulerende kracht waardoor je de mond misschien wel gesnoerd dreigt te worden.
Het valt op dat Paulus zijn vriendelijkheid èn de duidelijkheid van zijn boodschap hand in hand laat gaan. Aan de ene kant heeft hij nooit vleiende woorden gebruikt, maar aan de andere kant is hij wel altijd vriendelijk geweest in het midden van de gemeente. En dat is wel soms heel lastig. Want wat nu als iemands gedrag behoorlijk te wensen over laat? Blijft het dan alleen bij een duidelijke confrontatie met Gods Woord in alle liefde? Of gaat ook de toon veranderen als dit meerdere keren gebeurt.
Paulus noemt hier wel iets, maar of het altijd eenvoudig is, is maar de vraag. Toch is het vooral van belang om vriendelijk te willen zijn in alle omstandigheden. En niet zo maar vriendelijk, maar zoals een moeder haar kinderen koestert. Paulus gebruikt dan het woord 'voedster'. Het gaat dan dus om een moeder met een kind dat nog niet zelf kan eten. Zoals een moeder met haar baby omgaat, met zoveel vriendelijkheid en liefde was Paulus in het midden van de gemeente. En dat deed niets af van de waarheid en de kracht van Gods Woord.
En zelfs daar stopt het niet mee. Paulus verlangde zo naar het beste voor de gemeente in Thessalonica, dat hij niet alleen het Evangelie heeft gedeeld, maar dat hij zelfs zichzelf heeft gedeeld. Ik geloof dat dit het verschil maakt. Ik kom in de hulpverlening nogal eens mensen tegen die het hebben over professioneel afstand houden. Maar Paulus zegt hier dat hij zichzelf zelfs heeft gedeeld. Dat betekent dat hij echt ook zichzelf heeft gegeven aan de gemeente. En deel van zijn tijd, een deel van zijn kwetsbaarheid en een deel van zijn gevoel had de gemeente iets van meegekregen. Hij was één met hen geworden. Hij durfde zichzelf één te maken met hen. Dat is het grote verschil met hen die alleen maar hun werk doen.
En natuurlijk blijf je verantwoordelijk om je grenzen te stellen, toch hoor ik heel vaak dat als je mensen mag begeleiden en je bent echt beschikbaar voor hen geweest, dat dit vaak de omslag gaf. Je kunt het Evangelie niet delen zonder ook een stuk van jezelf daarmee uit te delen. Laten daarom vriendelijkheid, eerlijkheid en nabijheid door het geven van jezelf, bij elkaar horen, dan zul je ervaren hoe God dit zegent en je een bijzondere ingang krijgt.
Gebed: Vader, ik ben niet alleen beschikbaar om Uw woorden door te geven, maar ik wil beschikbaar met alles wat ik ben, zodat ik één mag zijn met hen die U aan mijn zorgen toevertrouwt.