"HEERE, straf mij niet in Uw grote toorn, bestraf mij niet in Uw grimmigheid. Want Uw pijlen zijn in mij gedrongen, Uw hand is op mij neergekomen." (Psalm 38:2 en 3)
Heb je Psalm 38 wel eens echt gelezen? Het is echt niet een psalm die je eens op een gezellige zondagmiddag zou gaan lezen. Het is een psalm waar David aan de ene kant allemaal vijanden ziet die sterker zijn dan hij, maar hij worstelt ook met de toorn van God. We weten niet in welke situatie David deze psalm heeft geschreven. Het zou kunnen zijn dat deze psalm is ontstaan na de zonde met de volkstelling. Het is in ieder geval verschrikkelijk hoe hij de toorn van God ziet.
En ik besef dat dit een thema is dat wij liever maar overslaan. Een thema dat niet echt past bij de liefde van God. Alsof er van Gods liefde niets meer over kan blijven. Een tijd terug sprak ik ergens over de heiligheid van God en na afloop van die avond zei iemand: "Ik wist niet dat je ook zo zwaar kon preken." Blijkbaar koppelen wij de heiligheid en de toorn van God over de zonde heel snel aan een bepaalde soort preken. En ik wil zelf altijd er oppassen dat ik dit onderwerp niet uit verhouding haal. Maar er nooit iets over zeggen kan ook echt niet.
Zou God vertoornd zijn over de zonde? Misschien is dat wel een vraag waar we soms niet goed mee uit de voeten kunnen. Want we zijn liever bezig met het Koninkrijk van God, staan in de overwinning, leven uit geloof en daar past dit thema maar erg moeilijk bij. Maar juist in de lijdenstijd is dit misschien wel juist een thema dat goed past. En om het maar eerlijk te zeggen: De woorden van David aan het begin van deze psalm zijn realiteit! God is verschrikkelijk vertoornd om de zonde!
Ga even mee naar de hof van Gethsemané. Kijk even wat daar gebeurd als Jezus, nota bene, Gods Eigen, lieve Zoon daar neerknielt. Nog ene stap het het echte lijden zal beginnen. De soldaten hebben hun wapens al gepakt om Hem op te pakken. Ja, Jezus weet het: Nu gaat het gebeuren! En Jezus zoekt nog ene keer de stilte met Zijn Vader. En Zijn gebed is duidelijk: "Vader, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan." En op het moment dat dit niet blijkt te kunnen, gaat Jezus bloed zweten! Niet omdat Hij zo zwaar zal lijden, maar omdat Hij beseft dat God vertoornd is over de zonde. En niet een beetje! God kan de zonde niet verdragen en Zijn toorn moet ontvlammen en Zijn toorn moet een weg vinden zoals lava uit een vulkaan moet.
Als er iemand bewust was hoe groot Gods toorn was over de zonde, dan was Jezus het. Meer nog dan David in deze psalm. God kan niet met liefde naar ons kijken, als er onverzoende zonden tussen staat. Ja, Jezus heeft voor de ongelovigen Gods toorn uitgesteld en voor de gelovigen heeft Hij Gods toorn gedragen. Maar de woorden van David aan het begin van deze psalm zijn niet overdreven, het is realiteit, zodat wij zo intens dankbaar zouden worden dat Jezus deze toorn heeft verdragen!
Gebed: Vader, Uw toorn is realiteit, maar wat ben ik dankbaar dat deze toorn mij nooit zal treffen omdat Jezus voor mij ertussen is komen staan! Soms is het maar goed dat ik over Uw toorn moet nadenken, zodat ik echt intens kan danken en daardoor ook nog meer mag dienen!