"Heere, al mijn verlangen ligt voor U open, mijn zuchten is voor U niet verborgen." (Psalm 38:10)
Davids hart gaat verschrikkelijk te keer in deze psalm. Misschien zou je moeten zeggen dat David het aan zijn hart heeft gekregen. David begon ook niet voor niets over Gods grote toorn. En ook David maakte fouten in zijn leven. Zonder dat precies duidelijk wordt om welke zonde het gaat, is wel duidelijk dat David weet dat God de zonde niet kan aanzien.
Tussen alle gevolgen van de zonde en van Gods straf door, komen we plotseling een zin tegen die niet lijkt te passen binnen het geheel van de tekst. David zegt dat heel zijn verlangen open ligt voor God! Eigenlijk best een opmerkelijke zin, midden in alle ellende als gevolg van Gods toorn. Kun jij dat zeggen dat heel jouw verlangen voor de HEER open ligt? Wat er ook in je leven gebeurt, je verlangen ligt open voor God? Bij David was dit wel zo, zelfs toen hij de gevolgen van zijn zonden droeg. Zijn zonden zijn dus niet bepalend voor wat zijn verlangen is. Ja, hij heeft het fout gedaan, maar daarmee heeft hij God niet de rug toegekeerd.
Tegelijk wijst deze psalm ook naar Jezus. Jezus had nooit zonden gedaan, dus het lijkt niet helemaal overeen te komen. Maar bedenk eens dat Jezus Zichzelf tot zonden heeft gemaakt en lees dan alles eens wat David in deze psalm overkomt. Dit is een overeenkomst met het intense lijden van Jezus. Alles past op het lijden van Jezus. Zie je Jezus hangen aan het kruis? Zie je hoe intens zwaar en medogenloos Zijn lijden is?
Zijn hele lichaam is kapot, een bonk rauw vlees aan het kruis, Zijn wonden stinken, al onze ongerechtigheden gaan Hem boven het hoofd, Hij is bezweken en helemaal verbrijzeld en zelfs degenen die Hem lief zijn, staan aan de kant. Alleen omdat Hij Zich tot zonden liet worden. Hij deed het niet, maar Hij maakte Zich één met onze zonden. En wat doe je als mens als je daar verbrijzeld en kapotgeslagen hangt? Dan ben je gericht op je pijn, op je ellende. Ik heb veel mensen in de laatste uren voor het sterven gezien met heel veel pijn, maar de meesten worden op dat moment helemaal beheerst door de pijn. De gedachte dat geloven later nog wel kan is echt dwaas!
Maar Jezus hing daar als de Zoon van God in de woorden van deze psalm, maar Zijn verlangen lag voor God helemaal open. Jezus, gebroken en kapot omdat het Zijn verlangen was, ondanks dat Hij helemaal zonde is geworden en daardoor de volle toorn van God over Zich heen krijgt, Zijn verlangen is onveranderd: Hij wil jou en mij redden en daarom ging Hij zover. Daarom werd Hij zonde, daarom liet Hij elk van deze verschrikkelijk woorden over Zich heenkomen. Zijn verlangen lag open voor God, maar Zijn verlangen lag ook open voor ons nu: "Hij wil je redding, Hij wil je terug, Hij wil je Zijn liefde geven, Hij wil wel..." Het is echt absurd hoe gruwelijk dit lijden is gegaan, alleen maar om dat Jezus wel wilde... voor jou!
Gebed: Jezus, wat een bizar lijden was er nodig voor mijn redding. Hoe kan ik U ooit genoeg danken voor zoveel liefde, voor zoveel genade? Ik zwijg en wordt stil voor U en laat elk woord van deze psalm tot mij doordringen.