"Elia zei tegen de profeten van de Baäl: Kies voor uzelf de ene jonge stier en maak die eerst klaar, want u bent met velen. Roep dan eerst de naam van uw god aan, maar u mag er geen vuur bij leggen." (1 Koningen 18:25)
Aan het volk heeft Elia niet zo erg veel, ze zwijgen in alle talen. Stel je voor dat die Elia straks toch die Baäl ontmaskert als een god die niet echt is. Wat krijgen ze dan? En Elia, die weet maar één ding: God zal Zichzelf laten zien en de hele wereld van Baäl in laten storten. En tegelijk, hoeveel geloof heeft Elia hier nodig, dit is bijna niet te begrijpen. Want zeg nu eerlijk, een stier slachten en op een altaar leggen en verwachten dat deze zelf in brand vliegt, is niet al te logisch.
Toch zullen de mensen van toen absoluut gelooft hebben in de macht van de goden. Dat was toen veel meer dan dat het nu is. Wij denken alles te begrijpen en te kunnen beredeneren, maar dat was voor de mensen toen anders. Er was zelfs angst voor de goden. De spanning loopt dan ook echt op. Elia staat alleen, tegenover zoveel andere profeten. En dan zegt hij: "Nemen jullie maar een stier, slacht hem en leg hem op het altaar." Vuur mogen ze er niet bij leggen, daar moet Baäl maar voor zorgen. Misschien dat Baäl daar beter in is dan in regen te geven?
Elia, de man die God durft uit te dagen om Zich te laten zien dat de enige God Die er echt is! Elia die uiteindelijk durft te vertrouwen dat God hem niet in de kou zal laten staan. Want dat zou zijn leven kosten, dat beseft Elia wel. Maar laten eerst die goden maar eens laten zien wat ze kunnen. Kom maar op Baäl, laat maar zien hoeveel macht je hebt. Durven wij zo de goden van onze tijd ook uit te nodigen? Heb je wel eens de god van economie troost zien bieden als iemand ontslag kreeg? Heb je de god van individualisme wel eens nabijheid zien geven als je eenzaam bent?
Dit is wel de kern waar het om gaat: Geen enkele god, buiten onze God, kan ook maar iets voor je betekenen. Dat is de les voor Israël. Uiteindelijk kan Baäl helemaal niets, geen regen en geen vuur. En Elia zet de afgod helemaal te kijk. Misschien slaapt hij wel, of misschien zit hij zijn behoefte te doen. Je moet nog harder schreeuwen, je moet nog beter je best doen. Dat zeggen onze goden ook, nog harder werken, nog meer. En uiteindelijk gebeurt er niets.
En hoever willen de aanbidders gaan? Zelfs zichzelf verwonden blijkt een optie te zijn. En Elia maar uitdagen, want Elia weet het: uiteindelijk zal niets lukken, een god van hout kan niets. Hoe droog het ook is, zelfs vuur is niet mogelijk. Hoe zit het ondertussen met ons vertrouwen op zoveel dingen die belangrijk lijken te zijn in onze tijd? Is het echt God alleen? Elia liet geen keus voor het volk: Of de ene, of de Andere. En wij, jij en ik?
Gebed: HEER, ik moet U eerlijk belijden dat ik soms op heel veel dingen vertrouw en daarmee niet radicaal kies voor U. Soms lijkt door mijn best te doen dat er zoveel te bereiken is, maar uiteindelijk is alle zegen alleen van U.