"Toen kwam Elia naar voren, bij heel het volk, en zei: Hoelang hinkt u op twee gedachten? Als de HEERE God is, volk Hem, maar als het Baäl is, volg hem! Maar het volk antwoordde hem niet één woord. Toen zei Elia tegen hetvolk: Alleen ik ben overgebleven als profeet van de HEERE, maar de profeten van de Baäl zijn met vierhonderdvijftig man." (1 Koningen 18:21 en 22)
Het is wel duidelijk voor Achab, Elia heeft het even voor het zeggen en misschien heeft hij diep van binnen wel gedacht: Die Baälprofeten die wil ik wel even laten halen. Van de vrienden van Elia is er toch niet eentje meer overgebleven, want die heb ik allemaal vermoord. Dus wat kan die Elia eigenlijk? Hij lijkt dan wel wat invloed te hebben op de regen, maar tegenover vierhonderdvijftig Baälprofeten kan hij niet veel inbrengen.
Maar Elia kiest eerst een andere weg. Hij begint tegen het volk. Op het moment dat iedereen op de Karmel is aangekomen, stapt Elia naar voren en hij heeft maar één vraag: Wie willen jullie dienen? De HEERE God of Baäl. Wie mag jullie God zijn. Dat antwoord hoeft toch niet zo moeilijk te zijn? Het hele volk liep achter Baäl aan en ze deden er alles voor. Okee, dat die Baäl niet voor vrichtbaarheid had gezorgd in deze situatie is wel een beetje een smet op het jasje van Baäl, maar goed, ze gingen er toch echt voor. Het was een hele cultus geworden met een leger aan Baälpriesters.
En het volk? Dat reageert niet met ook maar één woord. Ze zwijgen in alle talen. Wat is dit voor een zwijgen? Ze konden toch massaal voor Baäl kiezen? De enige die dit vreemd zou vinden, zou Elia zijn geweest. Net als overigens in onze tijd, niemand in de kerk zal zeggen: wij kiezen voor de economie en voor carrière. Nee, dat durf je niet te zeggen, maar hoe makkelijk dienen we wel deze goden van onze tijd? Elia maakt hier wel iets wakker en tegelijk gaat het volk in een afwachtende houding. Geen ja en geen nee.
En Elia, die weet dat God een flink staaltje overwinningskracht zal gaan laten zien. Hij daagt het volk uit, zodat God uiteindelijk iets groots kan doen. Maar wat een vertrouwen om in je eentje tegenover zoveel Baälpriesters zo te beginnen aan het spektakelstuk op de Karmel. Dat is geloof! Dat is blindelings geloven dat God het zal gaan doen. Dat is nog wat meer dan geloven dat God alles kan, maar je nog kunt zeggen dat God het ook niet kan doen.
En dan gaat Elia bijna een onmogelijke weddenschap voorstellen. Nou een weddenschap, maar dan dat, met uiteindelijk de dood van de verliezers. Want daar gaat het nu wel naartoe. Dit moet toch een simpele overwinning voor Baäl kunnen worden? Maar Elia weet niet alleen dat God alles kan, maar ook dat Hij het vandaag zal doen omdat het om Zijn eer en glorie gaat. En de vraag die vandaag voor ons geldt is of we geloven in de massa, of in het feit dat God Zelf zal ingrijpen en dat wij vol overtuiging dat zullen gaan geloven.
Gebed: HEER, hoeveel tegenstanders er ook zijn, U bent de enige, U bent alleen God en U zult Uw eer aan geen ander geven, ook niet op onze Karmels, maar vele goden zijn. Ik wil staan voor Uw Naam en eer en ik geloof dat U zult doen wat nodig is.