"Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij heeft gewandeld." (1 Johannes 2:6)
Waar Paulus het vaak heeft over 'in Christus zijn', komen we bij Johannes nogal eens tegen dat we 'in Hem moeten blijven'. Wandelen in Christus en in Christus blijven is eigenlijk waar het bij Johannes over gaat. Als wij in de liefde van God willen blijven, moeten we dus ook in Christus blijven. Op het moment dat we dit niet doen, en we niet meer in Hem blijven, leven we los van Christus en zal de zonde de macht over ons nemen. Maar dat is niet het enige. Johannes lijkt deze tekst, in dit hoofdstuk vooral ook te gebruiken als een overgangstekst naar zijn volgende onderwerp. Deze tekst hoort aan de ene kant bij het in acht nemen van de geboden, maar aan de andere kant wijst hij ook op dat wat Johannes nog meer wil zeggen.
Er blijkt namelijk onder zijn lezers nog iets anders te spelen. Dat heeft niet alleen te maken met de kromme gedachte dat een gelovige niet meer zondigt, maar er blijkt onder het broederschap ook nogal wat mis te zijn. Wellicht waren er die elkaar veroordeelden, of in ieder geval dat de liefde onderling niet op die manier aanwezig was, zoals het de bedoeling moest zijn. En als je als gelovige zegt in Hem te blijven, dan moet je ook zo wandelen als dat Jezus deed.
Het is misschien makkelijk om dan te zeggen: Dit gaat gewoon over de geboden houden, maar dat gaat wel iets te makkelijk en te kort door de bocht. Dat is het zeker niet alleen wat Johannes hier bedoelt. Want Johannes zegt gelijk hierna dat er broederlijke liefde moet zijn. Dus Johannes lijkt hier niet te bedoelen dat 'wandelen zoals Hij deed', hetzelfde is als wat hij al heeft gezegd over het in acht nemen van de geboden. Maar misschien moeten we dit maar eens heel letterlijk nemen en niet alleen spiegelen aan de letterlijke geboden, maar heel concreet wandelen zoals Jezus wandelde.
Als je daar op gaat letten, dan ga je bijzondere dingen zien. Dan ga je ineens zien dat Jezus niet alleen zonder zonde leefde, maar dat Jezus ook op een bijzondere manier met mensen en met elkaar omging. Want weet je wat Jezus deed in Zijn wandelen op aarde? Hij wandelde wel als Gods Zoon, als de Koning van alle koningen, maar tegelijk, als het over de broederlijke liefde ging, knielde Jezus bij de broeders neer en ging hun voeten wassen. Jezus was niet te beroerd om het smerigste werk te doen. Hij diende tot op de laagste plaats toe, Hij wilde letterlijk het werk van een slaaf doen. En als je in Christus wilt blijven, dan moet je wandelen zoals Hij wandelde. En vanuit deze gedachte stapt Johannes over naar het volgende onderwerp en op deze manier gaan we het hebben over elkaar liefhebben.
Zijn wij bereid om elkaar echt lief te hebben? Misschien moeten we zeggen dat letterlijk de voeten wassen laat zien waar echte broederliefde is. En waar dit dienen ontbreekt, ontbreekt uiteindelijk ook het wandelen zoals Jezus deed. Dan laten we de zwervers liggen en richten we ons op het aanzien van mensen en niet op het liefhebben, zoals Jezus heeft liefgehad.
Gebed: Vader, leer mij om te wandelen zoals Jezus wandelde. Niet alleen in Zijn zondeloosheid, maar vooral ook in Zijn liefde! Leer mij liefhebben zoals Jezus liefhad!