"Dit zijn de afstammelingen van Jakob. Jozef, zeventien jaar oud, hoedde gewoonlijk het kleinvee met zijn broers." (Genesis 37:2a)
Soms lopen dingen even wat anders dan normaal. Vanwege de Pinksterconferentie van Opwekking was ik niet ver genoeg vooruit om een nieuwe overdenking voor vandaag klaar te hebben. Maar nu dan alsnog. De komende tijd zullen we nadenken over Jozef. We zullen wel zien hoe het loopt, vaak wordt Jozef uitgelegd als een type van Christus en dat is hij ook, maar tegelijk handelde hij ook als mens. En daar zitten voor ons ook lessen in. Jozef, hij was, zeker als puber misschien wel op het arrogante af.
Jozef, een jongen die behoorlijk over het paard getild was door zijn vader. Jakob heeft ook echt wel fouten gemaakt. Zijn vooruit lopen op Gods plan door bedrog, maar ook in de opvoeding van zijn kinderen ging er wel eens wat mis. Wat een zegen hè, dat ook zo'n grote aardsvader fouten maakte. En dat die fouten ook nog in de Bijbel staan. Jozef, wat was er eigenlijk met hem aan de hand. Want wij kennen Jozef als een sterke persoonlijkheid, maar bedenk eens dat er van Jozef vierenhalf hoofdstuk ellende staat opgeschreven. Natuurlijk is het mooi waar Jozef uiteindelijk uitkomt, natuurlijk is hij uiteindelijk de redder geweest van Gods belofte, maar de weg daar naartoe was en een vreemde en onmogelijke weg.
Het gedeelte van Jozef begint wat apart. Het begint met de afstammelingen van Jakob, maar vervolgens komt alleen de naam van Jozef. Genesis 36 ging over de nakomelingen van Ezau en dan komt hoofdstuk 37. Dat begint met dat Jakob in Kanaän woont en in vers 2 volgt dan de zin: "dit zijn de afstammelingen van Jakob." Hoe opmerkelijk is het dan dat niet de twaalf zonen van Jakob volgen, maar dat er op dat moment de naam van Jozef volgt en daarna niets meer.
Is dit ook hoe het was in het gezin van Jakob? Is dit hoe het was hoe Jakob zijn gezin benoemde? Gezien hoe de broers van Jozef reageren op hun broertje, blijkt wel dat Jozef vanwege de voorkeursbehandeling van hun vader niet bepaald populair is. Sterker nog, ze haatten Jozef. Jozef was een zoon van Jakobs ouderdom en hij had hem meer lief dan al zijn andere zonen. Er staat letterlijk dat Jakob Jozef meer lief had dan zijn zonden. Er staat niet eens het woordje 'andere'. Alles kreeg hij, tot zelfs een ontzettend duur gewaad.
En ergens gaat het hier al fout. En natuurlijk lijkt het wel alsof de weg die God met Jozef gaat, het nog veel erger maakt. Toch kunnen we dat niet zeggen, wellicht was Jozef geestelijk ook veel gevoeliger dan zijn broers. Jozef komt ook niet over als een verstandsmens, maar als een gevoelsmens. De les die er wel in zit dat voortrekken gevolgen heeft, maar dat ook jezelf verheffen boven anderen omdat God je dingen laat ervaren, gevaarlijk is. En misschien was het zo dat Jozef na alle dromen die volgen, overliep en er op een verkeerde manier uiting aan gaf. Bij God is elk van Zijn kinderen het liefste, en laten we aan het begin van deze geschiedenis deze les ook echt meenemen.
Gebed: Vader, U trekt geen kinderen voor, bij U zijn we allemaal het liefste en U houdt van ons allemaal het meest. Zo leeft U het ons voor om zo onze kinderen lief te hebben.