"En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen." (Romeinen 8:26)
Verwachten met volharding, dat kunnen we best wel tegen elkaar zeggen, maar ondertussen is dit makkelijker gezegd dan gedaan. Ik kan nog wel eens behoorlijk moedeloos worden als ik zie hoe de wereld er aan toe is, en ook als ik ervaar hoe de kerk er aan toe is, en dan met volharding blijven verwachten op de hoop die ons is voorgesteld, dat is makkelijk gezegd, maar zo makkelijk nog niet gedaan.
Maar Paulus laat het daarom ook niet bij een loze oproep om maar gewoon te volharden. Ook Paulus weet dat dit zo makkelijk niet is. Want juist in het volharding in de verwachting is zo duidelijk dat wij zwak zijn. Er is geen verwachting dat wij het zullen vol blijven houden. Maar de Heilige Geest, Die in ons woont, Hij komt onze zwakheden te hulp. Het begint misschien wel met het besef dat de Heilige Geest in je woont. Hij komt te hulp, Hij wekt de verwachting op en Hij is het door volharding schenkt.
En daarbij is het voor ons ook nog eens moeilijk om te bidden zoals het nodig is. Het woord voor 'behoort' in de tekst is een woord dat het beste vertaald kan worden met 'hoe het moet'. Dat klinkt behoorlijk verplicht, maar er zit ook iets in dat we het echt niet weten hoe het moet. Bidden te midden van al het zuchten, op welke manier bid je nu naar Gods wil? Want dat is waar het vooral om gaat. En dan wordt het ineens wel heel lastig, want bidden naar Gods wil, terwijl je niet weet wat Gods plan is, als dat nodig is om vol te houden met volhardend verwachten, hoe moet je dat dan doen?
Maar daarom komt de Geest onze zwakheden te hulp, wat wij niet weten, weet Gods Geest in ons wel. En dan staat er in het tweede gedeelte van deze tekst dat de Geest voor ons pleit met onuitsprekelijke verzuchtingen. Dat pleiten van de Geest is niet hetzelfde pleiten als dat Jezus voor ons doet bij de Vader, maar het is hier vooral dat de Geest dat doet wat ons niet lukt. De Geest neemt het eigenlijk in ons over. En dat doet Hij met onuitsprekelijke verzuchtingen. Hij doet dit met Zijn woorden en niet met de onze. Het zijn wij niet meer die dit doen, maar Gods Geest doet dit. Het gaat hier om tongentaal. Het worden woorden die de Geest in tongentaal in ons spreekt. De taal van de hemel, waar onze gedachten tussenuit zijn. Het zouden ook nog niet uitgesproken woorden van de Geest kunnen zijn die God vervolgens wel hoort, maar gezien dat het om 'verzuchtingen' gaat is dit niet aannemelijk.
En dit begint met de vraag of je de Geest deze ruimte wil geven, dat Hij in jou op die manier begint te bidden. En laat dan de klanken maar uit je mond komen zoals die in je opkomen. Je hoeft het niet te begrijpen, maar geef Gods Geest in jou de ruimte om in jouw plaats te bidden.
Gebed: Vader, als Uw Geest gaat bidden in Uw taal, weet ik niet wat ik er van moet denken en geloven, maar ik wil geloven dat U door Uw Geest beter, vollediger en meer naar Uw wil bidt dan dat ik dit ooit kan.