"En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden." (Romeinen 8:16 en 17)
Je merkt wel dat Paulus van de ene conclusie in de andere conclusie rolt. Àls wij kinderen zijn... Ja, dat zijn wij door het geloof in Jezus, dat is al wel duidelijk geworden. De Geest van God getuigd zelfs met onze geest dat we kinderen van God zijn. De Geest is immers uitgestort in onze ziel. Kind-zijn is iets bijzonders. Dat is op zichzelf wel duidelijk, zeker als het over kind van God-zijn gaat. Maar àls we dit dan zijn, dan...
Ja, wat dan? Dan zijn we erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus. Daarmee zegt Paulus natuurlijk niet dat God kan sterven of dat Jezus het eeuwige leven niet heeft, maar wel dat alles wat van God is en alles wat van Christus is, is ook van ons. Alles wat van Christus is, is ook van ons. Misschien klinkt dat heel positief en denken we heel snel aan de hemel, aan de gerechtigheid en aan de bijzondere krachten die God door ons heen kan doen. Maar Paulus noemt het hier niet alleen in positieve zin. Want als we erfgenamen van Jezus zijn, dan krijgen we er niet alleen de hemel bij, maar dan krijgen we er ook het lijden bij.
Kind van God-zijn betekent namelijk ook dat we met Christus lijden. Het betekent dat als we Jezus volgen, ook met Hem zullen lijden. Dat kan niet anders, want als ze het groene hout al aan het kruis hebben gespijkerd, wat zullen ze dan doen met het dorre hout? Wees maar eerlijk, dat kan niet louter iets goeds betekenen. Delen in de erfenis van Jezus is ook delen in Zijn lijden. Misschien klinkt dit allemaal helemaal niet leuk, maar alleen als we met Hem lijden, kunnen we ook met Hem verheerlijkt worden. En die verheerlijking is ook deel van de erfenis. Natuurlijk delen we in de erfenis van de verheerlijking en de uiteindelijk Thuiskomst bij de Vader, maar de weg hoe Jezus daar kwam is ook onderdeel van onze erfenis. En niet dat wij op dezelfde manier zullen moeten lijden als Jezus, maar wel dat in het volgen van Jezus er ook voor ons lijden zit waarvan we echt moeten zeggen dat dit niet altijd fijn zal zijn.
En al is het dat we misschien helemaal niet vervolgd worden, het lijden zit ook in het lijden van deze wereld. De pijn van de gebroken wereld is ook waar wij met Christus aan lijden. Want zo is het niet bedoeld. En iemand die niets met Jezus heeft zal er echt niet wakker van liggen, maar wij, die kinderen van God zijn, vinden het verschrikkelijk zoals God de gebrokenheid verschrikkelijk vindt. Ook daarin lijden wij, voelen wij de pijn van een onvolmaakte wereld. We lijden mee, omdat we dezelfde gebrokenheid ervaren als God en als Jezus. Maar uiteindelijk zal ook de verheerlijking van onszelf, maar ook van deze wereld dan een feit zijn. In de erfenis van het lijden zit ook de erfenis van verheerlijking.
Gebed: Vader, ik lijd met Jezus mee omdat ik zoveel zie wat niet is zoals U het bedoelde. Het is mijn keus om dit lijden te voelen, te ervaren, maar ik zie ook uit naar de verheerlijking die straks ook mijn deel zal zijn.