"Wat heeft de Jood dan voor op anderen? Of wat is het voordeel van het besneden zijn? Veel, in alle opzichten." (Romeinen 3:1 en 2)
Heeft een Jood meer rechten dan wij? Soms wordt gezegd dat wij dezelfde rechten hebben als de Joden omdat wij gedoopt zouden zijn. Een gedachte die wel logisch lijkt, maar dit niet is. Er is tussen de besnijdenis en de doop een groot verschil. Natuurlijk, door de kerkgeschiedenis heen is dit verschil verwarrend onzichtbaar geworden. Als je de Bijbel leest merk je dat de besnijdenis is ingesteld, niet als iets dat verzoening brengt, maar iets dat maakt dat iemand die besneden is, onderdeel is van het volk waar God Zijn Messiasbelofte aan heeft gegeven en in die belofte heel veel beloften voor de toekomst heeft gegeven. Die plaats kunnen wij niet in die letterlijke zin innemen. Waar de besnijdenis voortkomt uit alleen Gods bevel, is de doop een reactie op het geloof. De volgorde is duidelijk andersom. Maar wat was het geval met de Joden? Zij dachten dat de hemelpoort wagenwijd openstond voor hen omdat ze besneden waren.
Maar nee, dat was nooit Gods bedoeling geweest. Abraham werd niet gerechtvaardigd vanwege het feit dat God hem had uitgekozen en laten besnijden zonder dat hij ook maar had hoeven te geloven, hij is slechts gerechtvaardigd door het geloof. Het enige dat de besnijdenis had gedaan, was dat hij viel onder de beloften voor Israël. Maar daar hadden de Joden in de tijd van Paulus een soort elitepositie van gemaakt. En in zekere zin klopte die ook wel, maar dit gaf geen toegang tot de hemel.
Is er dan voor de Joden een voordeel bij de besnijdenis? Ja, dat is er wel. In de eerste plaats heeft God Zichzelf verplicht om met Israël altijd door te gaan. De woorden van God zijn aan Israël toevertrouwd en hoe ontrouw ze ook zouden worden, God zal Israël nooit loslaten als volk. Dat is iets dat geen enkel ander volk kan zeggen op deze aarde. Maar als mens die gerechtvaardigd moet worden is een ander soort besnijdenis nodig. Paulus noemt dat een besnijdenis van het hart. Waar de letterlijke besnijdenis een verbond is dat God gemaakt heeft met Israël, daar is de besnijdenis van hart een verbond van Gods genade met degenen die gelooft.
Paulus vervangt hier dus niet de ene besnijdenis voor de andere. De besnijdenis van hart is slechts beeldspraak van hem. De letterlijke besnijdenis maakt dat God Israël nooit zal loslaten, terwijl Hij dat Nederland wel kan doen. Israël heeft Gods woorden definitief gekregen en straks als Israël tot geloof komt zal Gods trouw op de meest bijzondere manier blijken. Maar tegelijk is geloof en liefde tot Gods wet in het hart nodig voor de zaligheid. En daarin zijn wij helemaal gelijk aan elke Jood op individueel niveau. De rechtvaardiging ligt niet in de letterlijke besnijdenis en is er ook geen beeld van, terwijl de doop daar als antwoord op geloof wel een teken van is. Al is ook de doop zonder geloof krachteloos. Maar dit alles maakt wel dat wij mogen uitkijken naar wat God nog gaat doen met Israël en tegelijk beseffen we dat slecht geloof in Jezus zal zaligmaken.
Gebed: Vader, Uw onbegrijpelijke keus voor Israël maakt dat U dit volk nooit zult loslaten. Daarom zijn ze besneden. Maar waar geloof en doop samengaan, daar zijn wij gered. En in dat geloof belooft U aan Jood en heiden dat U ons altijd tot Vader zult zijn.