"Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden." (Romeinen 1:11)
Het gaat er in de Romeinenbrief bij Paulus niet om dat hij twijfelt aan het geloof van de gemeente in Rome. Sterker nog, hij is dankbaar voor alles wat hij hoort over deze gemeente. Opmerkelijk ook dat deze brief weinig kritiek bevat zoals bijvoorbeeld de brief aan Korinthe dat wel doet. Als het alleen zou gaan om redding en zaligheid, dan zou Paulus voor de gemeente in Rome ook niets hebben dat hij hen wil geven. En eigenlijk maakt het verlangen dat Paulus richting de gemeente noemt, de brief bijzonder en staat deze brief ook verre van de gedachte dat het er alleen maar om gaat dat ongelovigen tot bekering komen. Want dat was in de gemeente van Rome niet het punt.
De woorden die Paulus schrijft aan deze gemeente, zijn woorden waarvan ik zou wensen dat die ook voor ons gelden. Het geloof van de gemeente van Rome wordt over de hele wereld verkondigt. Het is overal en alom bekend hoe de gemeente in Rome hun geloof belijdt in Jezus. En ondanks dat wil Paulus toch heel erg graag komen. En ik begrijp dat wel, maar het is wel opmerkelijk. Ik snap Paulus in de zin van dat ik het prachtig vindt als mensen Jezus aannemen en tot geloof komen. Maar het verlangen dat ik altijd heb is het verlangen om broers en zussen te laten opgroeien in geloof. En dat is ook het verlangen van Paulus waardoor hij zo graag naar Rome zou willen. Maar het blijkt dat God hem die ruimte tot op dit moment nog niet heeft gegeven.
Paulus heeft het verlangen dat deze christenen in Rome zullen verdiepen in geloof. En dan is de diepte in de brief aan de gemeente in Rome opmerkelijk. Het is een brief die niet een bepaald oppervlakkig gevoelsgeloof preekt, maar een brief die de diepte van het geloof preekt. Je merkt soms in gemeenten wel dat het gaat om een thematische prediking waar de diepgang ontbreekt. Een soort fastfoodtheologie, fastfoodbijbelonderwijs, waar je niet te diep over moet nadenken. Maar je zou bijna kunnen zeggen dat dit misschien iets is voor mensen die niets weten en zonder geloof leven, maar Paulus beseft dat dit geen voedsel is waar je een volwassen christen mee kunt worden.
Het verlangen, als het om de inhoud van de brief gaat, is dat Paulus verlangt om de gelovigen in Rome meer geestelijke genadegave te geven. En hoe dieper de wortels van het geloof gaan, hoe sterker de boom staat. Maar tegelijk heeft Paulus ook het verlangen om hen te bemoedigen en ook door hen bemoedigd te worden. Het valt op dat de toon van Paulus heel erg warm en verlangend is. Zouden we zo voor elkaar een zegen kunnen zijn, ook nu in onze tijd? Dat we niet alleen de heidenen tot geloofsgehoorzaamheid brengen, maar ook elkaar opbouwen en bemoedigen en zo met elkaar ook echt groeien in geloof. En hoe meer we dat doen, hoe meer we ons verwonderen over de diepte, hoe meer onze mond zal overlopen van Gods wonderen.
Gebed: Vader, als gelovige wil ik graag Uw Evangelie de wereld in brengen, maar ook mijn broers en zussen bemoedigen en opbouwen en ook zelfs daardoor opgebouwd worden. Laat Uw gezin functioneren zoals U het bedoelt!