"HEERE, hoelang roep ik om hulp en luistert U niet, roep ik tot U: Geweld! en verlost U niet?" (Habakuk 1:2)
Herken je een vraag als deze, waar het boek van de profeet Habakuk mee begint? En om maar met de deur in huis te vallen: Habakuk was ee gelovige profeet, maar begrijpen deed hij niet veel meer van God. Hij kon het niet meer volgen en hoe verder je in dit boekje Habakuk leest, hoe erger het eigenlijk wordt. Gods raad, Gods plan is gewoon onnavolgbaar voor hem. God laat dingen toe, die Hij toch echt niet toe zou moeten laten? En nee, het gaat Habakuk er niet om wat God in de wereld toelaat, maar wat God toelaat in Juda. Notabene Gods eigen volk, daar begrijpt Habakuk niet meer waarom God zoveel goddeloosheid toelaat.
De afgelopen tijd toen we met de brief aan Efeze bezig waren, heb ik mij telkens afgevraagd wat ik daarna moest gaan behandelen en telkens kwam ik terug op Habakuk. En dat terwijl dit nu niet het makkelijkste, en al helemaal niet het leukste, boek uit het Oude Testament is om doorheen te gaan. Want als er één ding duidelijk is, is dat met God niet te spotten is als Zijn volk er een puinhoop van maakt. Wij leven nogal in een tijd waarin we denken dat God van vergeven Zijn werk heeft gemaakt en dat God in alle omstandigheden liefde is. Alsof God in het Nieuwe Testament anders is dan in het Oude Testament. En zeker als het over straf en oordeel gaat. En toch geloof ik dat als de kerk een puinhoop maakt van Gods Evangelie en de roeping die God haar heeft gegeven, dat God wel zal ingrijpen. Niet om in de eerste plaats te willen straffen, maar om voor erger te behoeden en vooral omdat de kerk en Israël zijn eigendommen zijn waar Hij voor zal instaan.
Ik weet niet hoe het voor jou is, als je de kerk om je heen ziet. Een kerk die ongeveer net zo materialistisch en individualistisch is geworden als de wereld er omheen. Een kerk waar de passie voor God en de liefde voor God vaak ver te zoeken is. Nog erger, als ook in de kerk er net zoveel onrecht plaatsvindt als in de wereld er omheen. Leugens, bedrog, manipulatie, fraude, misbruik en zo kunnen we nog wel even doorgaan. En met elkaar zijn er gespecialiseerd in geraakt om òf alles met een deken te bedekken, òf om te zeggen dat iedereen verantwoordelijk is voor zichzelf. En daarmee is de situatie niet veel beter dan de situatie in Juda, ten tijde van Habakuk.
De vraag van Habakuk waar hij mee begint is niet in de eerste plaats een vraag in wanhoop, maar veel meer nog een vraag vanuit de liefde voor God. Dit kan toch niet waar zijn, HEER, dat Uw volk zich zo schandelijk gedraagt. Het onbegrip als je de kerk in verval ziet en de pijn daarvan door je botten voelt gaan. HEER, dit kan toch niet, hier kan ik niet mee leven. En soms ervaar je zoveel van God en als je dan in de kerk rondkijkt, doet het zo'n pijn dat alles lauw en kil is. Habakuk en wij. Tenminste, als jij diezelfde pijn voelt.
Gebed: HEER, Uw kerk die niet voldoet aan haar roeping, het doet mij pijn en verdriet. U heeft zoveel van Uw heerlijkheid laten zien en als ik dan de kerk zie, vol regels en vormen en zovaak zonder echte liefde voor U. HEER, herstel Uw kerk!