"Al waren er zestig koninginnen en tachtig bijvrouwen en meisjes, niet te tellen, zij is de enige." (Hooglied 6:4-9)
Hoe blij is Jezus met jou op het moment dat je Hem hebt laten staan voor de deur? Of om het nog iets concreter te maken, hoe blij is Jezus nog met je op het moment dat je toch weer bent gestruikeld? En natuurlijk ben je Hem weer gaan zoeken toen je Hem kwijtraakte en je hebt zelfs hulp aanvaard om Jezus terug te vinden, maar toch... Zou Hij nog wel echt blij met je zijn? Wat zou er door de bruid uit Hooglied zijn heengegaan toen ze haar Liefste had laten staan en Hem ging zoeken. Natuurlijk was er paniek, natuurlijk was de schrik om haar hart geslagen. Maar na zo'n actie Hem weer terugvinden, wie zegt dat Hij nog iets met haar van doen wil hebben?
Wie zegt trouwens dat Jezus nog iets met je van doen wil hebben als je voor de zoveelste keer bent gestruikeld, voor de zoveelste keer je Bijbel niet hebt gelezen of voor de zoveelste keer niet hebt gebeden? Dan moet je toch eerst beter gedrag laten zien voordat Jezus je echt opnieuw aanvaard? Zo denken wij wel vaak, zo zouden we misschien ook denken over de Bruidegom die toch minstens wel teleurgesteld moet zijn geweest in Zijn bruid.
En dan komt het moment dat de bruid haar Liefste weer vindt. En wat zegt dan de Bruidegom? Zegt Hij: "Laat nu eerst maar eens zien dat je echt voor me wilt gaan"? Nee, Hij begint er niet eens over, Hij begint haar schoonheid opnieuw te prijzen. Ze is zelfs bekoorlijk als Jeruzalem, een term die later in het boek Openbaring wordt gebruikt voor de bruid van Christus. Als Hij haar ziet smeekt Hij haar om Hem niet aan te kijken omdat het Hem helemaal in verwarring brengt. En dat is geen verwarring omdat Hij haar nu weer ontmoet, maar dat heeft met de liefde tussen deze twee te maken. Ze is voor Hem meer waard dan zestig koninginnen en tachtig bijvrouwen of meisjes. Ze is meer dan wie ook voor Hem.
Het is wel opmerkelijk dat Hij zonder verwijt op haar reageert. De liefde die Hij heeft is zo sterk, die bedekt alle dingen. Jezus geeft ons later de opdracht om zeventig maal zevenmaal te vergeven. En dat lijkt een bijna onmogelijke opdracht, maar het is het handelsmerk van Jezus Zelf en daarom kan Hij dat ook van ons vragen. Maar het maakt ook duidelijk hoe Jezus met Zijn bruid omgaat. Als wij weer terugkomen verwijt Jezus niet eerst, maar neemt Hij ons opnieuw in genade aan. Hij stelt ook dan geen voorwaarden, maar Hij aanvaard je eerst in Zijn liefde, zodat Zijn liefde je helpt stand te houden in geloof. Zijn liefde zal ons telkens vervullen met liefde voor Hem. En omdat Zijn liefde de drijfveer is, mogen we ook telkens terugkomen als een verloren bruid en ons werkelijk aanvaard weten door Hem. Je identiteit is niet wat jij fout doet, maar in Christus in hoe Hij je liefheeft.
Gebed: Mijn Liefste, Uw genade is een overvloeiende fontein van overvloed. U aanvaard mij telkens weer, ook als ik ben uitgegleden. Ik wil leven in de relatie met U en niet op basis van verdiensten van mijn kant.