"en u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede." (Efeze 4:3)
Nederigheid, zachtmoedigheid, met geduld en liefde voor elkaar, dat waren de eerste kernwoorden uit de opdracht die Paulus de gemeente van Efeze meegeeft. En dat zijn woorden die niet de makkelijkste zijn. Want om werkelijk op deze manier volgens de regels van het Koninkrijk je op te stellen valt lang niet altijd mee. En zeker niet als anderen nog niet zover zijn in de liefde van Jezus die je dan ook nog moet verdragen. Maar als dat nu het enige was, dan was het wellicht nog wel te overzien, maar Paulus is er in ieder geval nog niet mee klaar. Want ook het beijveren om de eenheid te bewaren hoort er nog bij. De eenheid bewaren... En dat is in de kerk maar al te vaak bijna onmogelijk.
Maar het gaat bij Paulus niet om eenheid ten koste van alles, laat dat duidelijk zijn. Paulus heeft het over de eenheid van de Geest, daar moeten we ons om beijveren. Het gaat er dus om dat we de eenheid zoeken, daar waar het om de kern van de zaak gaat en in die dingen waar God ons door Zijn Geest de weg in wijst. Als we wandelen in de roeping waartoe we geroepen zijn, is dit een absoluut punt. De eenheid van de Geest gaat dus niet om dingen waarover God Zich niet druk maakt.
We moeten ons dus richten op de eenheid van de Geest, op de eenheid die de Geest ons leert door het Woord. En daar moeten we ons dus op richten. In menig gemeente kan er eindeloos onenigheid zijn over de liturgie, over een Bijbelvertaling, over kleding, over het aantal liederen dat we zingen. Maar moet het daar om gaan? Maakt dat onze eenheid? Het zijn allemaal dingen waar Gods Geest Zich niet over uitspreekt. Daarin is heel veel vrijheid door God aan ons gegeven. Maar als het gaat om de kern van het Evangelie en uit de Koninklijke levenshouding die daar uit voortkomt, is dat wel waar het om gaat. Voor de één is een Opwekkingslied goed, terwijl voor een ander een psalm goed is, maar het zijn bijzaken, waarin we elkaar in liefde de ruimte moeten geven. Daar was Paulus mee begonnen.
Het betekent dus heel concreet dat we elkaar in de bijzaken ruimte moeten geven, maar in de hoofdzaken we een eenheid moeten vormen. Waar Jezus geen God meer is, gaat het mis, waar de vruchten van geloof niet meer nodig zijn, klopt het niet, waar tongentaal in de gemeente zonder uitleg is, gaan we over de gestelde grens, maar in al die andere dingen zullen we moeten leren om zonder eenheid te kunnen leven en elkaar daarin de ruimte te geven.
De gedachte dat je dan tekort wordt gedaan in wat jij vindt, doet dan dus ook niet meer ter zake, want als jij wat vindt, waar God niets over zegt, ontneem je de ander ruimte. En als we echt nederig van hart willen zijn is dit het punt ook niet meer. Maar laten we met alle uiterlijke verschillen ons eens werkelijk gaan inzetten voor de eenheid van de Geest. En we maken ons niet meer druk over die andere dingen. Dan zal er de band van vrede zijn en zal de gemeente groeien.
Gebed: Vader, al onze dingen die onenigheid geven ontnemen ons Uw zegen. Laat ons één zijn in Christus en geef ons vrijheid naar elkaar als het over vormen gaat.