"Maar Sara ontkende het en zei: Ik heb niet gelachen; want zij was bevreesd. Maar Hij zei: Nee, u hebt wèl gelachen." (Genesis 18:15)
Plotseling staan er drie mannen bij Abraham voor de tent. Blijkbaar zijn het voor Abraham vreemde mannen en naar de gewoonte van de tijd laat hij Sara zo snel mogelijk wat te eten klaar maken voor deze mannen zodat ze even op adem kunnen komen voordat ze verdergaan. Het wordt niet helemaal duidelijk wie deze mannen precies zijn. Sommige vertalingen kiezen om de voornaamwoorden met een hoofdletter te schrijven, maar op het moment dat ze bij Abraham voor de tent staan, laat de Bijbel niet duidelijk zien dat één van deze drie mannen God Zelf zou zijn. Het is wel af te leiden uit het vervolg als het over de verwoesting van Sodom en Gomorra gaat dat dit een optie is. In ieder geval staan deze mannen met een boodschap bij Abraham voor de deur.
Het is duidelijk met welke boodschap ze komen, ze komen in de eerste plaats nog een keer aan Abraham vertellen dat hij echt een zoon zal gaan krijgen en deze keer krijgt hij er bijna de uitgerekende datum van Sara bij: Over een jaar zal degene die spreek bij Abraham terugkomen en dan zal hij een zoon hebben. Bij de vorige keren dat de HEERE hem dit vertelde heeft Sara daar niet veel van meegekregen, maar deze keer blijkt ze in de tent het gesprek te horen. En dan lacht ze in zichzelf.
Misschien denken wij al snel dat ze dit toch niet kan maken. Stel dat dit inderdaad God Zelf is die naar beneden is gekomen om deze boodschap op deze manier te brengen of een engel van God, dan kun je dit toch niet maken? Maar bedenk dat Sara niet kan weten wie deze mannen zijn. Ik heb ooit met een vrouw een gesprek gehad waarbij ik zeker wist dat ze een jaar later een kind zou hebben, terwijl de artsen haar verteld hadden dat dit niet kon. Ik durfde het niet te zeggen dat ik zeker wist dat het zou gebeuren.
Want wees eerlijk, het is toch ook belachelijk als je weet dat je geen kinderen kunt krijgen dat iemand zegt dat dit wel zal gebeuren? En zeker Sara, die bijna honderd jaar oud is. En op dat moment zegt de HEERE tegen Abraham: "Waarom heeft Sara gelachen, zou voor de HEERE iets te wonderlijk zijn?" En dan slaat de schrik er bij Sara wel in. Ze gaat ontkennen en zegt het zo dat ze net niet liegt, want inderdaad echt hardop heeft ze niet gelachen, maar de HEERE kent haar hart.
Er is voor God niets te wonderlijk en misschien zullen wij ook niet openlijk lachen, maar als er zulke onmogelijk dingen zijn waarvan God zegt dat Hij er wel iets mee kan... Lachen dan misschien niet, maar geloven? Geloven wij echt in wonderen, of lijken we soms veel meer op Sara dan dat wij graag willen toegeven? God kent ons hart en ook ons ongeloof als het over onmogelijke dingen gaat. Maar een wonder is alleen een wonder als het om iets gaat dat menselijk niet kan.
Gebed: HEER, ik belijdt U dat mijn geloof soms zo klein is en dat ik soms niet kan geloven dat bij U alles mogelijk is. Leer mij geloven in Uw almacht, leer mij me uitstrekken naar de wonderen van Uw Koninkrijk.