"De HEERE God vormde uit de aardbodem alle dieren van het veld en alle vogels in de lucht, en bracht die bij Adam om te zien hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam elk levend wezen noemen zou, zo zou zijn naam zijn. Zo gaf Adam namen aan al het vee en aan de vogels in de lucht en aan alle dieren van het veld; maar voor de mens vond hij geen hulp als iemand tegenover hem." (Genesis 2:19 en 20)
Het tweede hoofdstuk van Genesis is een opmerkelijk hoofdstuk. Nadat God alles had geschapen en op de zevende dag rustte van Zijn werk, lezen we in het tweede hoofdstuk van Genesis opnieuw van de schepping van de mens. Sommigen stellen dat dit een ander verhaal is, maar als we gewoon lezen wat er staat is het niet erg vreemd. Uit het geheel van de schepping wordt in het tweede hoofdstuk eigenlijk een stuk herhaald en vanuit een ander oogpunt belicht. Tot in detail wordt beschreven op welk moment de mens is geschapen en op welke manier God hierin keuzes heeft gemaakt.
In het grote scheppingsverhaal van hoofdstuk 1 worden maar weinig details beschreven. Het lijkt zelfs alsof Adam en Eva tegelijk zijn geschapen. Maar dan krijgen we nog wat details te zien in het tweede hoofdstuk. Adam is niet tot aanzijn geroepen, maar Adam is gemaakt. Adam komt voort uit het stof van de aarde. God boetseerde Adam en bleef Zijn geest, Zijn levensadem in Adams neusgaten. En op dat moment is het eigenlijk helemaal goed. Adam mist niets en God heeft de mens geschapen.
Maar dan komt het moment dat God Adam, op die zesde dag de opdracht geeft om alle dieren een naam te geven. Dat is vreemd? Adam moet alle dieren een naam geven naar hoe de dieren zijn. Elke dierennaam heeft te maken met dat wat Adam erin zag. En al die dieren komen bij Adam voorbij. En dan moet je eens opletten welke conclusie Adam dan trekt. Alle dieren zijn voorbij gekomen en van alle dieren had hij er van elk twee gezien, mannetje en vrouwtje. En dan bedenkt Adam ineens: Er is geen andere helft van mij. Alle dieren hebben twee helften, maar Adam is alleen.
Blijkbaar was de omgang tussen Adam en de dieren voor de zondeval anders. Adam had er serieus rekening mee gehouden dat er ook een wederhelft voor Hem voorbij zou kunnen komen. Dat zouden wij toch niet bedenken als er allemaal dieren voorbij komen. Het is goed om dit even vast te houden voor het vervolg, want wij vinden dingen opmerkelijk, die het misschien toen niet waren. En dan staat Adam daar, en op het laatste moment, vlak voor God stopt met maken, schept Hij uit Adam een vrouw. En vrouw met wie Adam één vlees mag zijn. Adam en Eva zijn voor God een twee-eenheid. Laat dat even duidelijk zijn voor ons. God wil ons niet alleen laten zijn, maar in het huwelijk als eenheid zien. Daar ga ik nu verder niets over zeggen, later wil ik daar nog iets mee doen, maar laat voor nu genoeg zijn dat God het huwelijk ziet als een eenheid van twee personen. Hulp voor elkaar, maar ook eenheid.
Gebed: God almachtig, U had klaar kunnen zijn met maken, maar U schonk Adam ook nog een vrouw zodat hij daarmee een eenheid mocht zijn. Laat mij beseffen wat dat betekent.