"De slang nu was de listigste onder alle dieren van het veld, die de HEERE God gemaakt had; en hij zei tegen de vrouw: Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof?" (Genesis 3:1)
Heb jij wel eens een dier tegen je horen praten? Een vreemde vraag misschien. Maar nu we op de meest zwarte bladzijde van de Bijbel zijn aangekomen, is dit wel een vraag waard. Want waar ligt de eerste wortel van de zonde? En het begint dan met een slang die praat. En je kunt mij veel vertellen, maar als ik nu in een boom een slang tegen zou komen die tegen mij zou zeggen: "Joh, mag je echt niet alles eten?", dan zou ik niet eerst mijzelf afvragen of deze vraag vreemd is, maar dan zou ik denken: "Dit klopt toch niet, hoe kan een slang praten?" Maar ik weet niet hoe goed jij hoofdstuk 3 uit Genesis hebt gelezen, maar nergens blijkt het vreemd te zijn dat dit hier gebeurt.
Eva wordt aangesproken door een slang. Het kan zijn dat het blijkbaar normaal was dat dieren konden praten met de mensen, voor de zondeval. Opmerkelijk is ook dat veel later de ezel van Bileam ook spreekt, en het lijkt ook Bileam niet op te vallen. Toch is dat een andere context dan hier bij Eva. Een andere verklaring is dat Adam en Eva nog maar net op aarde zijn. Eigenlijk is dit moment misschien net na de zevende dag en Eva had nog lang niet alles gezien wat er was en omdat angst en schrik er niet was voor de zondeval, is dit niet eens opgevallen. In ieder geval was de verhouding tot de dieren duidelijk anders dan dat wij nu ervaren.
En deze slang die praat. In Openbaring 12 wordt deze slang, de oude slang of satanas genoemd. Nu was deze slang gewoon een geschapen dier en was dit niet satan zelf. Satan had wel deze slang in bezit genomen. Ik heb mensen meegemaakt waar satan zoveel ruimte had gekregen dat hij door hen heen sprak. Dit zien we ook in het Evangelie meerdere keren gebeuren. En hier maakt satan gebruik van een slang. Hij kroop toen nog niet en blijkbaar was hij het luisteren waard.
Maar dan de vraag: "Is het echt zo dat God..." Dat toontje, dat antwoord dat al half in de vraag zit, de klank, dat is onbetrouwbaar. Maar Eva merkt het niet op en gaat in gesprek. Het was in de hemel met satan al mis gegaan, maar hier gaat Eva de fout in. Met satan moet je niet in gesprek gaan, behalve als je van hem een antwoord nodig hebt om iemand van hem te bevrijden. En wat kunnen we Eva kwalijk nemen? Ze was zich absoluut niet bewust van enige vorm van kwaad. Dat was er nog niet. Maar satan is ook nu nog niet veel anders. Er is maar één ding belangrijk waardoor elk woord van satan waardeloos wordt: de waarheid. Bij elke vraag moeten we Gods waarheid kennen. En dan is deze vraag verwerpelijk. Morgen kijken we hier verder naar, maar voor nu is dit belangrijk: verwerp alles wat strijd met Gods waarheid.
Gebed: God almachtig, een heel klein beetje besef ik de listigheid van satan, maar wat zijn de vragen die hij stelt verleidelijk om de discussie met Uw en mijn grootste vijand aan te gaan. Leer mij Uw waarheid altijd gebruiken.