"De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets" (Psalm 23:1)
De HEERE is mijn Herder, geloof je het? Juist voor dat schaap dat je bent. En ergens worstel ik gelijk al met deze psalm als ik het eerste vers gewoon letterlijk laat staan. Ooit moest ik een jonge vrouw begraven met deze woorden. Wat zeg je dan tegen haar man? Wat zeg je tegen haar familie? Ja, dat is wel een troost dat de HEERE je Herder is, maar dan het vervolg van die tekst. En ik weet niet hoe het bij jou is, maar ik heb momenten dat ik dat hele eerste vers soms echt erg hoog gegrepen vind. Mij ontbreekt niets, zegt David.
Maar dit klopt toch gewoon niet? Mij ontbreekt niets, daar klopt toch niets van? Misschien dat David hier in psalm 23 op de toppen van zijn geloof leeft en dat het allemaal goed gaat, maar er zijn toch ook andere momenten? Gewoon, zoals ik net al noemde, momenten dat je iemand moet begraven. Dan kun je een familie toch niet zeggen dat hen niets ontbreekt? En juist dit maakt die, zo mooie psalm, tegelijk ook zo moeilijk.
Wat moeten we er dan mee? Geldt deze psalm dan alleen in goede tijden? En is de HEERE alleen in goede tijden je Herder? Maar zijn er dan ook momenten dat je als schaap er bij tijden alleen voorstaat? Dat kan toch niet, want een schaap zonder Herder is reddeloos verloren. Misschien moeten we eens beginnen om deze psalm te durven beleven en geloven zoals deze begint. Eigenlijk zouden we het eens zo sterk moeten maken dat we een woordje toevoegen: De HEERE is mijn Herder, dus ontbreekt mij niets.
Durf jij dat aan, durf jij aan om te zeggen: Omdat de HEERE mijn Herder is, is er geen moment in mijn leven dat het mij aan iets ontbreekt? In onze beleving kan het ons aan heel veel juist wel ontbreken. Tenminste, vanuit onze aarde benadering wel. En als het een ipad is, is het te overzien, maar wat als het om je dagelijkse brood gaat? En toch zegt David dat hem niets ontbreekt. En ook David heeft tijden gehad dat hij geen eten had.
Laten we twee dingen benoemen. In de eerste plaats als de HEERE je Herder is, dan heb je alles. Het is heel eenvoudig, maar als je zelfs je leven niet meer kunt behouden, dan heb je met de HEERE als Herder nog steeds alles. Hij is alles in alles! Meer hebben we uiteindelijk niet nodig. En tegelijk is het ook waar dat we deze woorden in geloof mogen uitspreken. In het Hebreeuws zou je het ook kunnen vertalen met: mij zal niets ontbreken. Dat is geloof, dat God in alles zal voorzien voor zover Hij weet dat het voor ons het beste is. Een goede herder leidt zijn schapen wel eens door dorre vlakten, omdat hij weet dat daar achter stil water en goed gras is. Zo is de HEERE als Herder. We gaan soms door omstandigheden heen waarvan we niet kunnen zeggen dat het fijn is en als overvloed voelt en tegelijk gaan we in geloof achter onze Herder aan omdat het ons aan niets zal ontbreken.
Gebed: HEER, mijn Herder, ik zal U volgen in geloof dat het mij in Uw buurt aan niets zal ontbreken.