“Maar Hij antwoordde hem die dag niet.” (1 Samuël 14:37b)
Het hele verhaal met Saul lijkt zich hier nogal wat vreemd te ontwikkelen en als je snel leest lijkt het wel alsof God toch ergens de handelswijze van Saul goedkeurt. Toch geloof ik niet dat dit gebeurd, maar dat God een stap zet om de machtswellust van Saul aan de kaak te stellen. Soms laat God duidelijk zien dat leiders macht en manipulatie gebruiken voor hun eigen programma. Hun manier van organisatie, hun manier van kerk-zijn en hun manier van leidinggeven is de ware en het enige dat goed is. Maar er zijn momenten dat God het open legt.
De gevolgen van de eed van Saul waren nogal groot geworden. De strijd was in zekere zin voorbij en de mannen in de strijd hadden zoveel honger dat ze de buit slachten en er op aanvielen. Ze aten zelfs vlees waar het bloed nog inzat. En dat had God verboden. En blijkbaar was Saul toch wel bang voor de gevolgen die dat kon hebben. En op dat moment besluit hij om een altaar voor God te bouwen om te offeren om deze schuld te verzoenen. Hoe dat precies met de altaar gaat, wordt niet beschreven, maar op het moment dat Saul die nacht achter de Filistijnen aan wilt, zegt de priester dat hij eerst God wil zoeken.
Saul had niet om Gods raad gevraagd, hij was niet bezig met wat God er van vond. En dan blijkt dat God zwijgt. Op de ene of andere manier begrijpt Saul dat het iets met zijn eed te maken heeft dat wie er zou eten tijdens de strijd zou sterven.
Het is niet duidelijk hoe dit precies loopt, maar Saul lijkt het niet spreken van God te koppelen aan een zonde die met zijn eed te maken zou hebben. En dan zegt hij er zelfs bij dat als het zijn zoon zou zijn die zijn eed overtreden zou hebben dat zelf hij zou moeten sterven. Hoe ver wil je gaan als leider. En nu bedenkt Saul dat iemand zijn regel heeft overtreden, waardoor God niet meer spreekt. En inderdaad, als dan het lot wordt geworden, dan blijken Saul en Jonathan over te blijven. En uiteindelijk wijst het lot Jonathan aan.
En ook op het moment dat Jonathan vertelt wat hij heeft gedaan en waarom, weet Saul van geen wijken. Zijn zoon is ondergeschikt aan zijn programma. En dan moet je eens lezen waar het Saul om leek te gaan: Om het spreken van God Die zweeg. En uiteindelijk staat het volk voor Jonathan in en zegt duidelijk dat Jonathan onder de zegen van God heeft gewerkt. En vervolgens lezen we niets meer over de stem van God en of het nu wel of niet goed zou zijn om de Filistijnen te achtervolgen.
Saul zijn eed die vorm is van machtswellust brengt God hier openbaar door te zwijgen. Uiteindelijk werd Jonathan aangewezen als schuldige in de ogen van Saul, maar ten diepste wees God Saul aan als schuldige. En eigenlijk is er maar ene vraag belangrijk: Welk doel dient een bepaalde regel. Dan komt maar al te vaak naar boven dat een leider zijn status uiteindelijk niet kwijt wil en daar alles voor over gaat hebben. Maar dan is Gods Geest geweken en is er een geest van macht en manipulatie bezig.
Gebed: HERE God, open telkens mijn ogen als geesten van macht en manipulatie Uw werk verstoren.