"Toen gebood Jozua de beambten van het volk..." (Jozua 1:10)
Het moment komt dat God Zijn beloften, maar ook Zijn bemoedigingen aan Jozua stopt en dat het tijd is om echt tot daden te komen. Jozua heeft geluisterd naar God en met welk gevoel dat dit is geweest wordt er niet bij verteld. Misschien stond Jozua daar ook echt met heel veel geloof, hoop en vertrouwen. Gezien de daadkracht waarmee Jozua direct na het spreken van God te werk gaat zegt wel iets over zijn geloof en vertrouwen en aan de andere kant ook van de krachtige woorden van God. Het is opmerkelijk dat Jozua, zonder er gras over te laten groeien, opstaat en de beambten van het volk erbij roept.
Jozua staat dus niet alleen op en Jozua gaat niet alleen het land opeisen waar God het volk recht op geeft. Jozua gaat ook niet in zijn eentje de vrijheid tegemoet. Als hij dat gedaan zou hebben, zou hij wellicht voorzichtig stappen hebben kunnen zetten en nog kunnen denken: ik kan altijd nog weer terug. Maar nu hij, direct in het volgende vers de beambten, de leiders direct onder hem, erbij roept en en bevelen geeft wat er gedaan moet worden, is er geen weg meer terug.
Het is ook maar zeer de vraag of hij die weg terug zou willen. Bij de eerste verkenning van het land liet Jozua immers ook al heel veel geloof in God zien. Maar naar ons toe is de vraag wel, of wij ook zo resoluut reageren als het gaat over het innemen van beloofd land. Zijn wij zo resoluut als God zegt dat we in vrijheid met Hem mogen leven en dat Zijn waarheid ons ook werkelijk vrijheid geeft. Als wij geestelijk het land innemen dat we door Jezus ontvangen en zo het Koninkrijk van God handen en voeten mogen geven.
We hebben het gehad over de gaven van de Geest, over het Koninkrijk van God, waar wij deel van mogen uitmaken en zijn de overeenkomsten met de geschiedenis met Jozua niet treffend? Durven we anderen mee te nemen in dat geloof dat Gods Koninkrijk nu al vorm krijgt door ons leven heen? Want het land dat overvloeit van melk en honing is het land dat een afspiegeling van de hemel is. En durven wij net zo resoluut op te staan en onze hele gemeente mee te nemen naar dat land van God Zelf.
Geloof je dat de vrijheid er in Christus echt is, maar durf je dan ook te zeggen: "Als dat zo is dan neem ik iedereen ook werkelijk mee op weg om met mij daarin te delen." Of ook als het gewoon over geloof gaat dat we het niet alleen doen, maar dat we iedereen meenemen en zo Gods plan tot voltooiing zien komen.
En er zullen blokkades komen, dat weet Jozua ook, maar vol geestelijk zelfvertrouwen staat hij op en neemt de beambten mee op sleeptouw. En de eerste vraag die wij onszelf maar al te makkelijk stellen is de vraag: Stel dat het misloopt, of stel dat ze er anders over zullen denken, wat zullen ze dan van mij vinden? God verlangt naar gelovigen die onvoorwaardelijk in geloof durven opstaan, Hem achterna gaan en leiding nemen om het land in te nemen voor Jezus. Ga jij in geloof?
Gebed: Almachtige God, U gaat mee en ik wil niet aan U twijfelen. Ik wil gewoon doen wat U zegt en ook anderen daarin meenemen! Zelfs als ze misschien denken dat er niets van klopt.