"Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden." (Mattheüs 5:7)
Eindelijk een zaligspreking die niet al te moeilijk hoeft te zijn. Tenminste, zo lijkt het wel. Natuurlijk de ene heeft meer medelijden dan de ander, maar barmhartigheid hoeft toch niet de moeilijkste eigenschap te zijn van een kind van het Koninkrijk? Maar de achtergrond van de situatie waarin Jezus de zaligsprekingen uitspreekt heeft ons ook wel wat te zeggen. Israël was immers een volk dat onderdrukt werd door de vijand. En dat was gekomen door eigen schuld. Israël verlangde dus eigenlijk naar barmhartigheid. In het dagelijkse leven wellicht van de bezetter, maar dieper nog, van God.
Ik weet niet of jij wel eens verlangt naar barmhartigheid? Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt heeft eigenlijk te maken met 'liefdevolle hulp'. En die barmhartigheid van God is dus ook nog eens beschikbaar. Jezus zegt dat degenen die barmhartig zijn, ook barmhartigheid zullen ontvangen. Nee, natuurlijk legt God er geen maatlat langs, want God is genadiger dan dat wij ooit barmhartig zouden kunnen zijn. Maar wat zouden wij kunnen verwachten als onze barmhartigheid de maat zou moeten zijn voor wat God ons wil geven?
Ik weet wel dat het zo niet werkt bij God, maar toch is barmhartigheid wel een vanzelfsprekende zaak voor een kind van het Koninkrijk. Tenminste op het moment dat je ook leeft als een Koninklijk kind. Barmhartigheid als basis voor het leven hier op aarde. En misschien dat je nog denkt dat dit allemaal best nog wel lukt ook. En barmhartig zijn, ja dat lukt soms bijna vanzelf. Maar... het addertje onder het gras zit niet bij degenen die je echt liefhebt. Dan gaat barmhartigheid bijna vanzelf. Dat doe je toch gewoon. Maar de maat van het Koninkrijk is een andere maat.
Jezus vertelt later wat echte barmhartigheid is. Dat is als een Samaritaan een Jood helpt die bijna doodgeslagen langs de weg ligt. En dat lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Want een Samaritaan liet een Jood liever dood gaan dan dat hij hem zou helpen. Hij was meer dan een vijand. En trouwens, zo barmhartig waren de kerkmensen van die tijd ook al niet vanzelfsprekend. Want twee mensen die druk waren voor de kerk van toen, lieten hun landgenoot gewoon doodgaan. Maar die Samaritaan die stopt. Die man die van een andere orde, van een uitgespuugde groep was. Zoals Jezus veracht was, maar ons toch wilde redden. Op die manier...
Barmhartigheid aan je vrienden is geen maat. Barmhartigheid aan diegenen die je liever kwijt bent dan rijk, dat is barmhartigheid. Dat is barmhartig zijn terwijl het je wat kost. En dat kost soms meer dan geld, dat kost je soms je eergevoel. Dan moet je soms iemand zegenen, terwijl je geen woorden van zegen over je lippen kunt krijgen. Dan hebben we het over barmhartigheid bewijzen. En hoe dat kan? Dat kan maar op ene manier: Door te beseffen dat Jezus als Barmhartige Samaritaan stopt bij jou, terwijl jij nergens recht op heeft en Zijn handen viel maakt voor jou. En dat begint waar je de ander kunt vergeven, het recht van vergelding kunt opgeven, zodat je barmhartig kunt zijn. En je zult barmhartigheid ontvangen.
Gebed: Here Jezus, ik breng toch wel heel wat minder ervan terecht dan dat ik vaak denk. Barmhartigheid aan mijn vijanden bewijzen of aan degenen die mij hebben pijngedaan. Eigenlijk is dat teveel gevraagd, maar ik wil het doen, omdat U ook mij barmhartigheid bewijst!