"Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien." (Mattheüs 5:8)
Ben jij rein van hart, want dan ben je zalig en dan zul je God zien. Is dit ook niet een zaligspreking die nogal ver lijkt te gaan, want wie kan van zichzelf zeggen dat hij rein van hart is? Ja, vanuit onze identiteit in Christus zijn we in Gods ogen rein, maar dat is niet wat Jezus hier bedoelt, want dat onderwijs was echt nog niet aan de orde geweest. En daarbij is dit niet alleen wat je geestelijk bent, maar ook wat je uitleeft, want het gaat hier om de kinderen van het Koninkrijk die deze eigenschap hebben. En uiteindelijk lopen deze zaligsprekingen ook uit op: Jullie zijn het zout in deze wereld. Dus is de vraag of je rein van hart bent wel een lastige.
Het is duidelijk dat het hier niet gaat om mensen die zonder zonden zijn. Dat is niet mogelijk en dat is ook niet wat het Grieks zegt. En uit vers 6 blijkt ook al dat we naar volledige gerechtigheid nog slechts hongeren en dorsten. Het gaat dus niet om iets zondeloos, maar het gaat meer in de houding van je hart.
Hoe is die houding van je hart? Rein wil hier vooral zeggen: 'oprecht' en 'onverdeeld'. En die oprechtheid uit zich dan vooral in het dienen van God. Ben je een onverdeeld kind van het Koninkrijk? Misschien benadert dat de vraag nog wel het meest. In hoeverre ben je een kind van het Koninkrijk en dat in al zijn keuzes daarvoor kiest? Of moet je ook eerlijk zeggen dat dit best nog wel heel lastig is. Want helemaal, onverdeeld kiezen voor het Koninkrijk is eigenlijk iets dat goed is als het beter uitkomt, maar dat als het soms even beter uitkomt, kies je toch voor de wereld of voor de mensen om je heen.
Rein van hart zijn heeft vooral betrekking op de zuiverheid in je keuzes. Mag Gods Geest en Zijn Koninkrijk echt bepalend zijn in de keuzes van je hart? En vertel je de mensen om je heen echt als je een keus maakt die gericht is op God, of draai je er soms gewoon omheen. Misschien zelfs wel dat je voor God barmhartigheid aan je naaste betoond, maar dat je in je omgeving er niet eens voor uit durft te komen dat je dit deed.
En toch wil ik je uitdagen om in je keuzes juist wel zo te denken. Om echt rein van hart te durven zijn. Om niet voor de wereld te kiezen, maar voor het Koninkrijk waar je een burger van bent. En dan is de belofte ook zeker waar: Je zult God zien. Ja, na dit leven, dat zeker, maar ook nu al in je leven. Misschien zit hier de blokkade wel in je leven, waardoor je zo weinig van God ziet en ervaart: Je bent niet zuiver van hart. Het verlangen is er wel, maar in de daad is het soms zo moeilijk en ook zo eng om echt onverdeeld te zijn. Je zult God zien, ook nu al, als je echt rein van hart zult zijn. Tweeslachtigheid, onzuiverheid, fraudepraktijken in het groot of in het klein kunnen niet als kind van het Koninkrijk.
Gebed: Vader God, echt rein van hart zijn is zo moeilijk. Soms kies ik zoveel voor mijzelf, dat ik niet onverdeeld ben en soms kan ik zelfs twee verhalen vertellen om mijzelf overal te sparen. Maar ik wil U zien en daarom wil ik rein van hart zijn.