"Omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken" (Hebreeën 6:6b)
Er is blijkbaar nogal een heel groot gevaar als we slechts een deel van het Evangelie verkondigen. Blijkbaar is er een levensgevaarlijk gevolg als we niet doorgroeien naar volwassenheid in het geloof. De schrijver geeft duidelijk aan dat we moeten doorgroeien tot de volmaaktheid. En het blijkt dat als iemand de geestelijke gaven heeft geproefd en zich dan toch afkeert van het Evangelie dat er geen weg meer terug zou zijn. Het is nogal duidelijke taal zou je zeggen. Kan iemand het geloof dan weer kwijtraken?
De boodschap hierachter is heel erg heftig. De schrijver zegt hier niet dat degenen die tot geloof zijn gekomen dit geloof ook weer kwijt kunnen raken. Er is geen afval van gelovigen. Hij zegt hier wel iets anders. Hij zegt hier eigenlijk dat we niet bezig moeten blijven met de basis van het geloof. We moeten doorgaan met het onderwijs. Als je nu nog een baby bent, dan ben je dat wel, maar het gaat hem er nu om dat de oproep tot bekering niet keer op keer herhaald moet worden tegen degenen die het keer op keer naast zich neerleggen. Want daardoor komt er nooit tijd voor het verdere onderwijs.
Als we tegen dat licht eens naar de wekelijkse preken gaan kijken, moeten ook wij misschien wel eens eerlijk worden en zeggen: "Waarom zouden gelovigen niet veel meer gevoed moeten worden in plaats van dat we eindeloos blijven preken om mensen tot bekering te krijgen." Want dat gebeurt. Het blijkt dus in de kerk gewoon mogelijk dat mensen 70 jaar de prediking van bekering te horen krijgen en het niet geloven en naast zich neerleggen. Daarvan zegt het schrijver: "Het is zinloos om dit te blijven doen, ze hebben de hemelse gave geproefd, maar toch afvallig geworden." Dan komt er dus een moment dat de verharding zo is toegeslagen dat het onmogelijk wordt.
Wat bereik je dan eigenlijk met deze soort prediking? Door je hierop te blijven richten, wordt Jezus telkens weer aan het kruis gespijkerd. Eigenlijk zorg je door te blijven richten op de bekering van 'trouwe' kerkbankzitters, dat Jezus telkens weer openlijk tot schande wordt gemaakt. En dat gebeurt niet in die prediking, maar wel er door.
Misschien moeten we vandaag maar eerlijk zeggen: Het wordt tijd dat we met lef gaan opbouwen aan de gemeente en we niet langer bezig blijven met de bekering van dode werken, maar dat we werkelijk gericht zijn op het feit dat de gemeente hoort door te groeien naar volmaaktheid. Laten we dan al die anderen achter die niet tot geloof zijn gekomen? Nee, wij laten hen dus niet achter, ze blijven zelf achter! En ze blijven bezig, door hun ongeloof om Jezus tot schande te maken. En doordat we ons daarop blijven richten met de gedachte dat ze niet verloren mogen gaan, (waar ze zelf voor kiezen) doen we de gelovigen te kort en geven we hen geen kans om door te groeien. Ik denk zelfs dat dit een grote oorzaak is dat gelovigen nog steeds niet volwassen zijn. Er was geen tijd voor hen.
Gebed: Vader, ik bid U om een kerk die gericht is op de volwassenheid van de gelovigen. Ik bid u dat één woord voor onbekeerden genoeg zal zijn om te gaan geloven en laat er tijd zijn dat gelovigen echt mogen groeien in geloof.