Thema: Terugkeer
“En de HEERE God riep Adam en zei tegen hem: Waar bent u?” (Genesis 3:9 – HSV)
“Maar de HEER God riep de mens: ‘Waar ben je?’” Genesis 3:9 – NBV21)
Het thema ‘terugkeer’ geeft vragen. Je kunt heel makkelijk zeggen dat terugkeren naar God de kortste weg is om weer onder Zijn zegen te komen, maar de eerlijke vraag is dan wel of dit zo maar kan. Staat God, bijvoorbeeld, op ons land te wachten? Of op de kerk? Of nog persoonlijker, op jou? Je kunt natuurlijk gelijk zeggen dat God natuurlijk op ons staat te wachten, want God is liefde, maar heb jij dan nooit het gevoel dat dit misschien wel een erg makkelijk antwoord is geworden? En sommigen zeggen: “Maar de verloren zoon kwam toch ook terug en de vader in de gelijkenis liet zijn schuldbelijdenis niet eens uit zijn mond komen. Dat is natuurlijk waar, maar speelde berouw daarmee geen rol?
Ik werp zomaar even wat vragen op die je, hopelijk, flink prikkelen en zelfs je een beetje in de weerstand jagen, omdat je alleen antwoord kunt geven op de grote vraag of terugkeer een optie is, op het moment dat je Gods principes kent en je Hem kent hoe Hij is. Ik denk dat de eerste plaats waar je dan even moet beginnen, in het paradijs is. Dat is meestal niet de meest favoriete plaats omdat we dat verhaal van de zondeval wel kennen, maar daar gebeurt toch wel iets dat helpend is om Gods karakter te leren kennen als het gaat om hoe Hij naar ons kijkt.
Adam en Eva waren ongehoorzaam geweest en hadden van de verboden vrucht gegeten. Ze beseften heel erg goed dat het nu goed mis was, maar deden daar niets mee. Misschien wel omdat in het paradijs het woord ‘berouw’ nog nooit had geklonken. Hoe dan ook, ze verstopten zich, nadat ze zich hadden aangekleed. Dus het verstoppen dat ze deden was niet vanwege hun naaktheid, want die was al verborgen door vijgenboombladeren. Ze verstopten zich omdat ze heel goed wisten dat God dit nooit zou accepteren. Hen was de dood voorgehouden, ondanks dat ze echt niet wisten wat dat woord betekende. De dood was nog niet in de wereld.
Het bijzondere is dat God ervoor kiest om het hier niet bij te laten. In de NBV21 wordt dat nog duidelijker dan in de HSV met het woordje ‘maar’. God wilde Zijn schepsel niet kwijt. Als je verder in de Bijbel komt, merk je wel dat God anders reageert en wacht op berouw en terugkeer, wellicht ook wel omdat hoe meer ervaringen de mens had met God, hoe meer de mens ook wist wat God verwachtte, maar als je kijkt naar Genesis 3 dan ontdek je wat Gods verlangen is. In die situatie, waar nog niemand wist wat ze met die omstandigheden aan moesten, liet God het niet op zijn beloop. Dit laat iets zien van het diepe karakter van God waarmee Hij laat zien dat Hij verlangt dat wij altijd weer terugkeren. Het laat ook gelijk iets van Gods karakter zien dat Hij ons dan ook niet zal afwijzen, want het is Zijn verlangen om de herstellen wat gebroken is.
Als je met deze ogen blijft kijken, naar iedere situatie waar terugkeer nodig is, dan weet je ook dat God dan inderdaad doet zoals bij de verloren zoon. En tegelijk, met het verstrijken van de tijd, legt God ook een verantwoordelijkheid bij ons neer, waarbij bij Hem de uitkomst zeker is dat Hij niet is verandert. Terugkeer begint bij het geloof dat terugkeer bij God ook werkelijk mogelijk is.
Gebed: HEER, dank U wel dat terugkeer bij U altijd mogelijk is, zelfs als er voorwaarden zijn, dan nog, wacht U altijd op ons.