Thema: Gelukkig met de psalmen
“Welzalig zijn zij die in Uw huis wonen, zij loven U voortdurend.” (Psalm 84:5 – HSV)
“Gelukkig wie wonen in uw huis, gedurig mogen zij U loven. Sela” (Psalm 84:5 – NBV21)
Vroeger hoorde ik wel eens mensen zeggen: “Als je echt gelooft, verlang je altijd naar het huis van de HEER”. Je snapt wel welk gevoel dit bij mij opriep, zeker als kind. Ik kreeg het gevoel dat je altijd moest verlangen om in de kerk te zijn, want dat was het huis van de HEER. Alleen, als je nu in de kerk helemaal niet het gevoel had dat je daar altijd zou willen zijn, kon je dan wel echt geloven? Ondertussen, heel wat jaren later, gebruik ik de term: “Huis van God” eigenlijk nooit meer. Een kerkgebouw is hooguit een huis van gebed, maar niet meer dan dat. Het huis van God, waar God woont, dat is in ieder geval niet de kerk van steen en cement. Het is veel meer je hart, waar God door Zijn Geest woont.
Psalm 84 heeft het wel over een psalmist die verlangt naar het huis van de HEER. Dat is natuurlijk ook wel heel logisch, want in de tijd van het Oude Testament was de tempel de plaats waar God ook echt woonde. Dat had God Zelf het volk geleerd. Daar vond de dienst van de verzoening plaats. Een term die ik in onze context ook liever maar niet gebruik voor een kerkdienst, omdat je dan weer heel snel zou denken dat het gebouw toch wel heel erg belangrijk zou zijn. Voor ons vindt de dienst van de verzoening plaats op het moment dat wij tot God naderen en de vergeving door Jezus ontvangen. Als je psalm 84 dus wilt toepassen op ons als Nieuw-Testamentische gelovigen zou je veel meer moeten kijken wat er gebeurde als een Israëliet in de tempel kwam.
Psalm 84 is een psalm dat vooral een bedevaartslied is. Hiermee wijkt deze psalm wel af van andere bedevaartsliederen die vaak voortkomen uit de strijd van de vijanden. Dat is hier niet aan de orde. Deze psalm zingt over het verlangen van de dichter om dichtbij de HEER te mogen zijn. De voorhof is de plaats waar een Israëliet het dichtbij God kon komen. Daar naderde hij Gods tegenwoordigheid. En niet alleen een Israëliet, maar ook een heiden die trouw wilde zijn aan God mocht daar nog komen. En eigenlijk zingt de psalmdichter het uit dat een mus en een zwaluw de beste plaats heeft als hij zijn nest bouwt bij het altaar. En als mens was je het beste af als je priester of Leviet was. Dan woon je als het ware bij God.
Als dit nu de tijd van de psalmen is, hoeveel meer mogen wij naderen tot God en wonen in Zijn aanwezigheid. Hoe groot is dan jouw verlangen als het gaat om te leven in de nabijheid van de HEER? En wat gaaf is het dan dat dit niet beperkt is tot een gebouw, maar dat dit een levenshouding mag zijn die elk moment van de dag je in Zijn tegenwoordigheid kan laten zijn. Ik geloof dat we het niet moeten beperken tot een gebouw, maar dat we juist mogen leren genieten om altijd in Gods tegenwoordigheid te leven en zo echt de vreugde te ervaren van Gods aanwezigheid in je leven. Sterk je daar verlangend meer naar uit, want gelukkig ben je als je zo verlangt naar God.
Gebed: HEER, ik verlang naar meer van Uw aanwezigheid in mijn leven, ik nader tot U en wil U laten naderen in mijn leven.