Serie: Rust
“Zes dagen moet er werk verricht worden, maar de zevende dag moet heilig voor u zijn, een sabbat, een dag van volledige rust, voor de HEERE. Ieder die op die [dag] werk verricht, moet gedood worden.” (Exodus 35:2)
God is er niet mee gestopt om het alleen voor te doen wat rusten is, Hij stelt het zelfs als een verplichting in. Nu hebben wij daar vaak wat moeite mee gekregen en al snel valt dan de opmerking dat je niet zo religieus moet zijn, maar God is wijzer dan religie en leeft vanuit de relatie met ons. En vanuit die relatie gunt Hij je hetzelfde als wat Hij Zichzelf gunt: Rust, stoppen om te genieten. Daarom heeft Hij een sabbatsgebod gegeven. En misschien is dat vooral voor Israël, maar gezien het feit dat dit sabbatsgebod ook in de Tien Woorden is opgenomen, maakt het wel iets dat ook voor ons is.
Als je leest wat God daarover tegen Mozes zegt in Exodus 35, dan merk je wel hoe serieus het God te doen is met de rust. Zes dagen moest er verplicht worden gewerkt, maar de zevende dag moest er verplicht worden gerust en deed iemand dat niet, dan stond daar dus de doodstraf op. God tilt het belang van rusten dus op hetzelfde niveau als het belang van het leven en het belang van Hemzelf. Zowel op afgodendienst, als op doodslag en overspel staat namelijk de doodstraf. Dus rusten is net zo belangrijk als God eren en het leven. Dit gaat dus niet over een strenge regel, maar het gaat over het belang dat God geeft aan het feit dat je rust neemt. God wil niet dat je blijft rennen.
Nu zijn we in dit hoofdstuk al even verder dan het moment dat God, vier hoofdstukken eerder hier de instellingen al over duidelijk maakt. Die rustdag is volgens God tussen Hem en de Israëlieten voor eeuwig een teken, want de HEER heeft in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt, en op de zevende dag heeft Hij gerust en Zich verkwikt. Met andere woorden: God vraagt hier om Zijn manier over te nemen. En nog veel bijzonderder wordt het als je het Hebreeuws leest dat er staat voor het woordje ‘verkwikken’. Verkwikken geeft je het gevoel dat God toch vermoeid zou zijn geworden. In het Hebreeuws staat er dat God op dat moment adem heeft gemaakt.
God maakte dus tijd om te ademen. De rust die God voorschrijft is bedoeld om er voor te zorgen dat je niet buiten adem raakt. Als je er zo naar kijkt, dan klinkt het misschien wel heel streng, maar ontdek je steeds meer waar het God echt om te doen is: Hij wil niet dat jij buiten adem zou raken en nog meer dan dat, Hij weet dat als jij buiten adem raakt, dat je niet meer kunt genieten van wat Hij je geeft. Voor genieten heb je rust nodig en moet je op adem zijn gekomen. Vind je het niet bijzonder dat dit bij God één van de dingen is die er echt toe doet? Of eigenlijk één van de dingen die het leven, leven maakt. Als je dat beseft, begin je anders om te gaan met stoppen en rust nemen. Dat is geen straf, dat is niet een noodzakelijk kwaad, maar onmisbaar als je het leven echt wilt leven. En, dat komt later ook nog wel, het is een oefening voor dat wat straks volmaakt zal komen: Genieten tot in eeuwigheid.
Gebed: Heer, dank U wel dat U zo duidelijk bent over het belang rust. Het is Uw zorg voor mij en mijn leven en U wilt dat ik echt zal leven.