Thema: Op weg naar Golgotha
“Toen zij Kapernaüm binnengekomen waren, gingen zij die de twee drachmen inden, naar Petrus toe en zeiden: Betaalt uw Meester de twee drachmen niet?” (Mattheüs 17:24)
Als er ergens, naast alle theologische verschillen in de kerk, altijd gedoe over is dan is het over hoeveel je moet geven. En die discussie is echt nog niet zo eenvoudig. Voor je het weet leg je namelijk iets op wat God in ieder geval je niet oplegt. Als de vrijwillige bijdrage, de tienden of welke vorm van collecte dan ook een verplicht karakter krijgt, dan kun je je oprecht afvragen wat het doel is. Je kunt natuurlijk direct zeggen dat ook een kerk toch gewoon geld nodig heeft om te kunnen bestaan? Ik ben de laatste die zal zeggen dat dit niet zo is. Ik zie elk jaar de begrotingen weer voorbij komen die goedgekeurd moeten worden.
Nu zeggen wij er meestal nog bij dat als je het niet kunt geven, dat je het ook niet moet doen. Al zijn in veel gemeenten die tienden wel een bijna verplichte gift aan de kerk en in andere kerken is dat de vrijwillige bijdrage of de kerkbalans, waarbij tegenwoordig steeds vaker een overzicht bij wordt meegestuurd bij welk brutosalaris, je welk bedrag zou moeten geven. En dan natuurlijk altijd met de opmerking dat God de blijmoedige gever liefheeft. Het is alleen de vraag in hoeverre een gift verplicht is. Hoe vrijwillig is vrijwillig?
Om er iets van te begrijpen moet je even meekijken naar het verhaal dat in Kapernaüm gebeurt. Jezus komt met Zijn discipelen de stad binnen en via Petrus wordt aan Hem gevraagd of Hij de tempelbelasting wel betaalt. Het lijkt een vreemd verhaal, omdat het toch wel logisch is dat Jezus die tempelbelasting zou betalen. Maar Jezus vindt het helemaal niet logisch. Het lastige is dat je hier alleen iets van begrijpt als je weet hoe het echt zit. Als je op je gevoel afgaat is het toch logisch dat Jezus meebetaalt aan de kosten van de tempel. Behalve als je beseft dat dit een menselijke instelling is om het tempelbedrijf overeind te houden. Het heeft niet zoveel te maken met het geestelijke aspect, maar de hele tempelcultus was verworden tot een megabedrijf met alles erop en eraan, waar de tempel echt niet voor bedoeld was en dat moest gefinancierd worden.
En dan reageert Jezus. Wie moeten er bij de koningen op de aarde betalen? Vreemden of zijn zonen? Er was natuurlijk geen koning die zijn kinderen liet betalen voor zijn eigen levensonderhoud. Die kinderen waren gewoon vrijgesteld en alleen zij die geen onderdeel van de koninklijke familie waren moesten belasting betalen. Dus hoe zit het nu met de tempel van God? Daar zijn de zonen (en dochters) van vrijgesteld, zegt Jezus, om die belasting te betalen. Jezus spreekt in meervoud, dus Hij heeft het niet alleen over Zichzelf, maar ook over Zijn discipelen. En misschien, is de gedachte, heeft Hij het over heel Israël. Met andere woorden: Die belasting die verplicht is, dat klopt niet.
Jezus zegt niet dat je niets aan de kerk hoeft te geven. Als die arme weduwe een penning in de schatkist gooit is duidelijk wat Jezus daarvan vindt. Het is absoluut goed, maar geen verplichting om te geven boven wat mogelijk is. Maar het gaat hier over menselijk ingestelde regels. Jezus zegt niet dat je niets hoeft te geven, maar het gaat veel meer over dat verplichte karakter om het tempelbedrijf in leven te houden.
En geven voor het Koninkrijk van God, natuurlijk doen we dat. We bouwen met elkaar. En dan denk ik ook nog eens dat geven meer is dan alleen geld. Voor je het weet koop je namelijk met geld je verantwoordelijkheid af om het Evangelie te delen. Dus ook op die manier zitten er allemaal gevaarlijke kanten aan. Natuurlijk is die schatkist bij de tempel en de collecte in de dienst goed. Twee vragen blijven over: Is het doel van een collecte meer dan waar de kerk voor bedoeld is? En de tweede vraag is hoe vrijwillig je gave mag zijn? Misschien investeert die buurman van jou wel op een andere manier in Gods Koninkrijk dan jij. Bouw je vrijwillig aan het Koninkrijk? Of koop je het af of gaat het om regels die puur menselijk zijn. Want zonen hoeven niet verplicht te betalen, al geven we natuurlijk wel, want het Koninkrijk gaat ons aan het hart.
Gebed: Heer, geef mij een vrijgevig hart, maar laat mij ook zien waar ik geneigd ben te geven aan iets wat U niet bedoelde waar de kerk voor zou dienen.