Thema: Bouwen is de opdracht
"Denk aan mij, mijn God, ten goede." (Nehemia 13:31b)
We zijn aan het eind gekomen van het boek Nehemia. Een boek over de herbouw van de stadsmuur, maar vooral ook een boek over verootmoediging vanwege de zonden die ervoor hebben gezorgd dat het volk in ballingschap is terecht gekomen. En nog voordat het hele volk terug is in Juda, blijkt het al weer regelmatig niet goed te gaan. Ik geloof, door dit boek heen, dat God duidelijk spreekt, ook tot ons. Er is maar één manier waarop de kerk gebouwd kan worden. Dat kan alleen als wij ons verootmoedigen voor God en eerlijk zeggen dat wij er zelf de oorzaak van zijn dat de kerk kleiner en kleiner is geworden. Het wordt tijd dat wij gaan erkennen dat wij er schuld aan hebben. Hoe meer ik door het boek Nehemia ben heengegaan, hoe meer ik merkte dat God dat liet zien. Ja, we mogen bouwen, zelfs aan meer dan de kerk. We mogen zelfs bouwen aan een samenleving waarin God weer het woord krijgt, maar dat begint bij het punt dat wij buigen en erkennen dat we God niet de hoogste plaats hebben gegeven. Maar wat nu als jij dit door en door begint te beseffen, maar het lijkt geen navolging te krijgen?
De afgelopen periode heb ik op meerdere plaatsen gepreekt over verootmoediging. God sprak zo duidelijk, dat ik er niet omheen kon. Terwijl dit normaal echt niet een thema zou zijn waar ik snel op uit zou komen. Elke keer heb ik gemerkt dat de boodschap echt aankwam, maar ik ga toch telkens weg met het gevoel: Zal er echt een gevolg aan gegeven worden? Dat weet ik werkelijk niet, dat is misschien ook helemaal niet aan mij om mij daar druk over te maken. Als je ziet hoe het bij Nehemia ging, dan zie je dat het volk direct al de verkeerde kant op gaat als Nehemia even weg is. En dat gevoel kun je zomaar krijgen. Jij beseft dat verootmoediging nodig is om echt te mogen gaan bouwen, maar wat als je geen aansluiting vindt? Of wat als er onder de indruk wordt gereageerd, maar het vervolg blijft uit? Dan blijft over hoe Nehemia zijn boek afsluit. Als hij tot het laatst toe alles is blijven zuiveren van onreinheid en alle instellingen voor de priesters en Levieten duidelijk heeft gemaakt, dan sluit hij af met het gebed: "Denk aan mij, mijn God, ten goede".
Weet je, het is belangrijk als je ziet wat God je laat zien, ook door Nehemia heen, maar als jij uiteindelijk alles hebt gedaan om onder de genade van God te zijn, maar het komt uiteindelijk niet verder, dat mag je dus kennelijk ook weer loslaten. Nee, dat is niet als een weg van de minste weerstand. Nehemia heeft gevochten en gestreden, hij trad op, was duidelijk, maar keer op keer ziet hij wat er gebeurt en dan bidt hij en zegt: "Denk aan mij, mijn God, ten goede". Alles gedaan en als het volk toch voor afgoden kiest, dan blijft het gebed over: "Heer, denk aan mij ten goede". Het gebed om Gods zegen, ook als je midden in een volk blijft, dat uiteindelijk God niet op de eerste plaats zet. Het gebed om niet te worden meegenomen in het oordeel dat dan komt. Het is geen verrassing als ik zeg dat er ook na de terugkeer uiteindelijk niets van Juda is overgebleven. Het ging weer verkeerd, de afgoden kregen weer de hoogste plaats en uiteindelijk is het hele volk over de aarde verspreidt, tot op de dag van vandaag. En ja, er is een weg open bij God, ook voor Israël, maar Nehemia beseft dat er een oordeel komt dat alles overtreft en daarom vraag hij of God hem wil gedenken. Hoewel het in het Oude Testament altijd over het collectief gaat, vraagt Nehemia, op grond van zijn geloof, als individu om Gods genade. Zelfs als alles zinloos blijft, ben je als gelovige bij God zeker niet uit beeld, Hij ziet je trouw en Hij ziet je diepste verlangen. Misschien zie je er duizend aan je ene kant vallen en tienduizend aan de andere kant, maar jou zal het niet raken. Wees trouw aan God en geef Hem de eerste plaats.
Gebed: Heer, denk aan ons, die verlangen om oprecht en trouw voor U te leven, ten goede!