"De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen." (2 Petrus 3:9)
En toch duurt het lang, voordat Jezus terugkomt. Ergens lijken die spotters met de oordeelsdag wel een punt te hebben. Want er is toch al heel veel tijd overheen gegaan? En ogenschijnlijk lijkt er toch ook niet veel te gebeuren. Het enige dat er gebeurt is dat de hemel eerder verder weg lijkt te zijn dan dichterbij lijkt te komen. Natuurlijk, als je naar de schepping kijkt, daar moet God achter zitten en we kennen ook de verhalen over God Die echt wel heeft ingegrepen. En twijfelen over God, nee dat niet eens, maar dat het lang duurt voordat Jezus terugkomt, dat wel! En toch is het wachten van Jezus niet zinloos.
Misschien moeten we het anders zeggen. Het is niet het wachten van Jezus, maar het wachten van de Vader voordat Hij Zijn Zoon het teken geeft om te mogen gaan. Het moment komt echt wel. De hemelen en de aarde die er nu zijn, worden als een schat bewaard voor het vuur tot de dag van het oordeel. Petrus is heel erg eerlijk over die dag. Het zal ook de dag zijn van het verderf van de goddeloze mensen. Wat dat voor mensen zijn? Dat zijn mensen zonder God. En als je nu niets met God wilt hebben, waarom zou je dan wel de hele eeuwigheid in Gods nabijheid willen zijn? En toch denkt God over hen ook nog anders en is God veel genadiger dan wij vaak zijn.
God is de wereld niet vergeten, maar Hij heeft geduld! Natuurlijk voldoet deze wereld niet aan haar bestemming en is het verschrikkelijk hoe de wereld er aan toe is. En natuurlijk ziet God ook hoe Zijn kinderen op deze aarde lijden en verlangen naar de wederkomst. Tegelijk heeft de Heer ook geduld. Geduld met de goddelozen, degenen die nog zonder God zijn. Die zijn niet voor dat vuur van de wederkomst bedoeld, ze zijn bedoeld om ook met God te leven in plaats van zonder God. God wil maar één ding: Dat allen tot bekering komen. Bij God is er een intens verlangen dat iedereen Thuis zal komen. Er zullen er zijn die de tijd van Gods geduld niet gebruiken, maar God weet het aantal waarop Hij nu nog wacht. En als jij en ik heel eerlijk zijn is het ook goed dat God met ons geduld had. De spanning tussen verlangen naar de dag van de komst van Jezus en het verlangen dat er nog velen tot geloof komen, slingert ons heen en weer, tussen verlangen en geduld.
Voor ons is geduld veel moeilijker dan voor God. Wij zijn mensen van de tijd, God is eeuwig en daarom is voor Hem duizend jaar als ene dag en ene dag als duizend jaar. Hij overziet de eeuwen en de tijden en weet waar het punt staat dat Hij de tijd laat stoppen. En tot die tijd, verlangen we naar Jezus en weten we ons geroepen om de tijd van Gods geduld voluit te gebruiken om het Koninkrijk van Jezus op aarde te brengen, verloren zonen en dochters in contact met de Vader te brengen en te leven voor Hem.
Gebed: Heer, ik verlang naar U, maar ik wil ook nog velen erbij zien komen. Dank U voor Uw geduld, dank U dat het U niet koud laat, maar dat U zeker zult komen.