"Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven." (Galaten 2:20)
Met de Heer begraven en weer opgestaan. De zin van die lied zullen velen lezers herkennen. En juist nu het weer Pasen is geworden, ligt voor ons gevoel natuurlijk de nadruk op ‘opgestaan’. En tegelijk, is het de vraag in hoeverre wij dit ook echt ervaren, beleven en vooral hoe wij dit leven. Klopt het dat ons leven een opstandingsleven is? Of leven wij nog meer bij Golgotha, dan bij het open graf? Want dat is wel een groot verschil.
Op het moment dat de vrouwen bij het graf komen, denken ze een dode Jezus te vinden. Niet dat dit erg vreemd was, want je staat niet elke dag bij een open graf. Maar toch, na al het onderwijs dat Jezus al had gegeven en na alle eerdere opwekkingen uit de dood, is het toch wel opmerkelijk dat de vrouwen en de discipelen niet vol goede moed op weg gingen naar het graf om daar de levende Jezus te begroeten. Want het is nu zover: Jezus is opgestaan! Hij leeft. En dat doet Hij niet zomaar. Hij leeft zodat wij zouden leven met Hem.
Besef je dat Pasen het feest van het leven is? Het is het feest waarbij we niet langer meer in de dood zijn en bij de dood leven. Sterker nog, als gelovige kun je de dood niet eens meer zien, zegt Jezus later tegen Johannes op Patmos. Met dat Jezus is opgestaan, vangt het nieuwe leven aan. Dat is niet straks, maar dat begint nu al. Pasen is leven vanuit het nieuwe leven met Jezus.
Pasen is dus ook dat we niet telkens bij het kruis gaan staan om daar te blijven zeggen dat we dood zijn in de zonden en de misdaden, maar Pasen betekent dat wij met Christus zijn opgestaan in een nieuw leven. Dat leven begint niet straks pas, maar dat is nu al begonnen en zal eeuwig duren. Nu nog wel in gebrokenheid, maar straks in volmaaktheid.
Wij zijn geneigd om ons door satan en ons geweten doorlopend te laten aanklagen en zo in een doods bestaan te blijven leven, maar dat is geen Pasen. Pasen is geloven dat aan het kruis jouw dood bezegeld is, dat daar jouw dood als oordeel van God is volbracht en dat Jezus’ opstanding, jouw opstanding is. Zoals Jezus leeft, zo leef jij in Hem. Satan, wet en geweten kunnen je onmogelijk meer aanklagen als je werkelijk vanuit Pasen leeft.
Pasen betekent ook dat je dus niet met de vrouwen, vol treurnis naar het graf gaat, maar dat je de wereld intrekt om het Evangelie van de opgestane Heer overal te vertellen. Pasen is dat jij in een nieuw leven mag leven. Je bent vrij, zelfs als er nog zonden in jou zijn overgebleven. Niet om die zonden te koesteren, maar ze mogen je ook niet meer blijven achtervolgen en blijven aanklagen, want in Christus ben je verzoend en ben je springlevend voor Hem. Met zonden moet je breken en ze voor God belijden, maar het kan niet zo zijn dat als je dat hebt gedaan dat die zonden je nog blijven aanklagen. Dan wordt het tijd om vandaag op te staan in het leven dat Jezus jou heeft gegeven.
En hoe lang jij je leven in gebrokenheid nog mag leven weten niemand. Maar je leeft en je bent niet langer levend dood. Je leeft, ook al is dat nog in gebrokenheid en je mag reikhalzend uitkijken naar het volmaakte leven, terwijl je in dit gebroken leven, voluit Jezus meer en meer mag leren leven. Jezus leeft en jij met Hem! Pasen zet ons leven in een nieuw perspectief en in de dimensie van het Koninkrijk dat komt en dat er al is.
Gebed: Heer, ik leef nu echt, omdat U leeft. Ik zie uit naar een volmaakt leven, maar de tijd die ik in gebrokenheid leef, wil ik leven in het nieuwe leven dat U beschikbaar hebt gemaakt.