"Maar de moeder van de jongen zei: Zo waar de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten. Toen stond hij op en volgde haar." (2 Koningen 4:30)
Wat mij ondertussen begint op te vallen is de manier hoe gelovigen, als geloven helemaal geen feest is, handelen en reageren, als je de Bijbel leest. Daar kunnen wij echt heel veel van leren. Wij weten altijd wat God nog zou gaan doen, in al die verhalen. Toen Hanna vol verdriet bij Elkana vandaan wegliep naar de tempel, wist Hanna niet dat ze een jaar later een zoon zou hebben. Op het moment dat bij David de speren om zijn oren vlogen, wist David niet dat hij later echt het overleefd zou hebben en op de troon zou gaan zitten. Midden in de situatie van al deze mensen die geloof niet als een feest ervaarden, wisten ze echt niet hoe het af zou lopen.
Wat opvalt, dat ze midden in hun situaties van ellende en verdriet, niet begonnen te schreeuwen naar God, niet begonnen te vragen waarom God het zo deed, maar als iets de nadruk heeft dan is het dat ze juist naar God toegingen en Hem om uitkomst vroegen. Ze strekten zich dus telkens uit naar God, waarvan ze bleven geloven dat bij Hem alle dingen mogelijk zijn. Dat zie je ook bij de vrouw uit Sunem.
Ze berust er niet in dat haar zoon gestorven is. Ze legt hem op het bed van Elisa en gaat op zoek naar Elisa. Bedenk even dat dit niet bepaald normaal is wat er gebeurt. Die jongen is dood! Alle hoop is weg. Opwekking van doden kwam in die tijd echt niet voor. Het was echt niet normaal dat een profeet van God geroepen werd bij een overlijden in de hoop dat hij een wonder zou doen. En toch staat deze vrouw op, gaat niet op zoek naar klaagvrouwen, gaat niet overal beginnen om haar nood te klagen, maar ze gaat naar de man van God.
Met welke verwachting doet ze dat dan? Wat zoekt ze bij Elisa, op dit moment? Ze heeft haast, dat is wel duidelijk. In deze man van God, zoekt ze de ontmoeting met God. Dat zien we in de Oude Testament voortdurend. God sprak door mannen als Elisa. Dat was de stem van God op dat moment, de Heilige Geest was er nog niet zoals wij dat ervaren. En deze vrouw gaat naar hem toe die het kanaal van God is en waar ze gaat vragen hoe het zit. Ze wilde niet bedrogen worden door Elisa toen ze geen zoon had en Elisa haar een belofte deed en nu voelt ze zich bedrogen. Dat is eerlijk wat het was. Elisa zegt zelfs dat haar ziel bitter is!
We hoeven ons niet beter voor te doen dan wat we zijn. Deze vrouw vertelde hoe het was en hoe zij het ervaarde. En ze wil maar één ding: Dat Elisa meegaat, naar haar situatie. Had ze geloof voor een wonder? Ik denk het wel, maar het kan ook anders geweest zijn. Ze wist in ieder geval dat God in deze situatie moest komen. Dus niet God ter verantwoording roepen, maar God in de situatie brengen, dat is het verschil. Elisa staat hier symbool voor God. Hij is God niet, maar draagt God wel uit. En op dit verlangen, dat God in de situatie komt, in plaats van God ter verantwoording roepen, maakt het verschil en daarin doet God een wonder. Daarmee is het niet zo dat Gods reactie altijd een wonder is, maar deze vrouw klampte zich vast aan de God waar ze het van verwachtte, zelfs als geloven geen feest is en als geloven tot in de dood gaat.
Gebed: Heer, al gaat het dwars tegen mij in, ik wil altijd mijn verwachting hebben van U, zelfs als geloven op teleurstelling lijkt te stuiten.