“Toen werd aan Daniël in een nachtvisioen de verborgenheid geopenbaard. Daarop loofde Daniël de God van de hemel.” (Daniël 2:19)
Het vertrouwen van Daniël op God werd niet beschaamd. Daniël en zijn vrienden roepen tot God om een openbaring van de droom van Nebukadnezar en de uitleg ervan, en God geeft een visioen in de nacht. Of dat een droom is geweest of iets dat meer op een moment in denacht was waarin God door een beeld sprak, wordt niet duidelijk, maar God reageert vanuit Zijn bovennatuurlijke werkelijkheid en maakt Daniël alles bekend wat hij moet weten. En dan zou je denken dat Daniël direct naar de koning gaat.
Het eerst dat Daniël doet is heel iets anders. De koning moet toch echt nog even wachten op Daniël en de andere wijzen uit het land moeten toch echt nog even in angst blijven zitten voor de dood die onontkoombaar leek te zijn. Daniël begint eerst een psalm te zingen. De psalm van Daniël. In alle psalmboeken ontbreekt deze psalm, maar Daniël gaat een psalm uitspreken. Er staat niet dat hij hem zong, maar de opbouw van een psalm is het wel.
Als je naar de opbouw kijkt dan heeft het eerste en het laatste gedeelte alles met elkaar te maken. De wijsheid en kracht hebben namelijk verband met dat God Daniël heeft laten weten wat hij had verzocht. Vervolgens heeft Daniël het over de tijden en de tijdstippen en die horen weer bij ‘de God van mijn vaderen’. Dan gaat het over de eeuwen die God overziet. En tenslotte gaat het over wijsheid en kennis die God geeft aan wijzen en verstandigen. En deze zinnen horen weer bij “Hij weet wat in het duister is, want het licht woont bij Hem”. Op deze manier zie je hoe telkens het eerste gedeelte, tegenover het laatste gedeelte staat. En uiteindelijk blijft er dan ene zin over. Dat is de kern waar alles om draait: “Hij openbaart diepe en verborgen dingen.”
Daniël zegt heel veel over Wie God is en hij looft zijn God, want Hij overziet alle tijden, Hij heeft alle wijsheid en Hij doorziet elke situatie, maar als er één ding is dat Daniël meer dan ooit beseft, dan is het dat God de diepe en verborgen dingen openbaart. Wat er ook in je leven kan zijn en hoe onmogelijk situaties ook lijken te zijn, zelfs als het geldt in je leven dat jij de antwoorden echt niet meer hebt, dan is God er. God openbaart de diepe en verborgen dingen. Wij hoeven nooit bang te zijn dat er dingen zijn die in het verborgene blijven, dat er dingen zijn waar een antwoord op moet komen, maar dat wij niet kunnen organiseren, want God doorziet alles en brengt dat aan het licht wat aan het licht moet komen.
Niet alles zal in dit leven duidelijk worden, maar God heeft wel het inzicht. En tegelijk daagt dit geloof ons uit om veel meer, als bijna vanzelfsprekend bezig te zijn om te luisteren naar wat God wil openbaren als jij dat nodig hebt. Laat deze waarheid uit de psalm van Daniël met je meegaan en bespreek die dingen ook met God zoals ook Daniël deed, waardoor hij deze ervaring van God ontving.
Gebed: Heer, Ik spreek het uit voor U en in de hemelse gewesten: U openbaart de diepe en verborgen dingen! Al laat de vijand mij geloven dat iets verborgen is, voor U niet en als het nodig is zult U mij openbaren wat ik moet weten en ik zal U er om vragen, telkens weer.