“Daniël nu nam zich in zijn hart voor zich niet te besmetten met gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk. Daarom verzocht hij het hoofd van de hovelingen of hij zich niet zou hoeven te verontreinigen.” (Daniël 1:8)
Het is natuurlijk heel logisch dat Daniël, meegenomen uit zijn eigen land door een vreemde koning, in het vreemde land, aan het hof van die koning gelijk even duidelijk maakt dat hij geen zin heeft om te eten van dat wat hem wordt voorgezet. Nee, dat is natuurlijk helemaal niet logisch. Je moet gewoon eens even goed leven wat er in dat eerste hoofdstuk van Daniël staat. Jongens van het koninklijke geslacht worden meegenomen door de koning van Babel en worden aan het hof neergezet om daar opgeleid te worden om in dienst van de koning te treden. En dan zegt Daniël: “Sorry, maar jullie eten hoeven wij niet.”
Het is natuurlijk een bijna bizar verhaal. Want waar haalt Daniël het lef vandaan om gelijk aan het begin zo duidelijk te maken dat hij niet alles gaat eten en drinken? En Daniël nam zijn besluit ook niet bepaald halfslachtig. Hij neemt het in zijn hart voor om niet te eten en te drinken van wat hem wordt voorgezet. IS dat niet heel vreemd? Natuurlijk is er iets voor te zeggen dat hij geen onrein vlees wilde eten, maar het is maar de vraag of dat nu het belangrijkste punt was. En wij zouden in een soortgelijke situatie misschien zeggen: “God begrijpt nu toch ook wel dat ik niet anders kan?” Nu is dat nooit de manier van denken zoals we die bij Daniël ooit tegenkomen. In het hele verhaal is dit nooit een manier van denken bij hem.
Het besluit dat Daniël neemt is toch nog steeds erg vreemd. Want hij geeft aan niets te willen eten van de tafel van de koning, maar hij wil ook geen wijn drinken. En zeker dat laatste was niet verboden. De vraag is natuurlijk waarom Daniël zo stellig is en waarom hij zo begint aan het hof van een koning waarvan je toch eigenlijk eerst maar eens een beetje moet kijken hoe het gaat.
Nu is het goed om gelijk aan het begin duidelijk te maken waar je als christen staat. Als je op de eerste dag bij je nieuwe baas niet begint met bidden voor je eten, dan komt er daarna meestal ook niets meer van, omdat je dan bang bent voor reacties. Maar toch gaat het hier bij Daniël nog verder. Want wat was er nu eigenlijk aan de hand met dat eten?
Het feit dat deze knapste jongens in Israël waren gehaald heeft alles te maken met de plaats waar de koning van Babel hen wilde inzetten. Ze werden eigenlijk gehaald als godenzonen. Jongens die bedoeld waren aan het hof van de koning die de god Bel aanbad op elk terrein van zijn leven. Deze jongens moesten ook in die sfeer worden opgevoed. En wat was er nu met dat eten aan de hand? De godenzonen mochten alleen eten en drinken wat gewijd was aan de god Bel. Daniël neemt dus niet zomaar een besluit, maar Daniël wil niets eten dat gewijd is aan Bel! De god van Babel wil Daniël nergens in ter wille zijn. En dat roept voor ons de vraag op in hoeverre wij de goden van onze tijd echt links laten liggen en niet mee willen gaan met het aanbidden van hen. Je begrijpt dat deze keus van Daniël veel dieper ligt en wat mag het jou kosten om alleen God te dienen?
Gebed: Heer, wat een radicale keus van Daniël, gelijk aan het begin van alles wat hem te wachten stond. Leer mij staan voor U en voor geen enkele andere god.