“Maar Hij antwoordde hun en zei: Geeft u hen te eten. En zij zeiden tegen Hem: Moeten wij voor tweehonderd penningen brood gaan kopen en hun te eten geven? En Hij zei tegen hen: Hoeveel broden hebt u? En toen zij het te weten waren gekomen, zeiden zij: Vijf, en twee vissen.” (Markus 6:37 en 38)
Aan het verhaal van Elisa met de weduwe zit nog een ander verhaal. Het verhaal van Elisa zelf. Eigenlijk hebben we daar ongemerkt gisteren al wel iets over gezegd, maar vandaag staan we daar nog even iets duidelijker bij stil. Want dat die vrouw nood heeft, was wel duidelijk, maar de opdracht van Elisa zal ook niet meegevallen zijn om mee te delen. Hoeveel geloof moet deze man hebben gehad. Vergelijkbaar is de situatie in het Nieuwe Testament op het moment dat Jezus heel lang heeft gepreekt en dat het avond is geworden.
Is dit een vreemde situatie? Nee, dat wordt het pas op het moment dat Jezus bijna hetzelfde doet, als wat God gedaan moet hebben met Elisa. Elisa kreeg eigenlijk de opdracht van God om te gaan vragen wat die weduwe nog had, net zoals de discipelen moeten gaan kijken wat ze aan eten hebben. De discipelen zagen dat het laat was en de winkels waren ondertussen gesloten. Ken jij dat gevoel dat er iets verschrikkelijk uitloopt en je niet meer weet hoe je het ooit kunt verkopen dat het zo laat is geworden? En als je dan straks thuiskomt heb je ook nog geen inkopen gedaan en staat er geen eten op tafel.
Dat is wat de discipelen ongeveer gevoeld moeten hebben en ze attenderen Jezus daar alleen maar op. Ze waren er helemaal niet op uit om ineens de hele massa mensen te eten te gaan geven, maar Jezus zadelt hen daar wel mooi mee op. Net zo goed als dat Elisa er niet op uit was om een weduwe te helpen ontdekken dat ze maar één kruikje olie heeft en verder niets meer.
Bij de discipelen kwam het initiatief dan nog enigszins bij hen vandaan, maar ze vroegen eigenlijk niets anders dan dat Jezus moest stoppen met preken. En dan communiceert Jezus en zegt Hij: “Geven jullie hen te eten.” De discipelen moeten Jezus echt aangekeken hebben met een blik van: “Hij is toch niet in de war?” Zo reageren ze ook en ze vragen of ze voor tweehonderd penningen te eten moeten geven. Nee, Jezus wil dat ze alleen even vragen wat er aan eten aanwezig is. Uiteindelijk zijn er dan vijf broden en twee vissen. Dat is alles!
Wat doe jij met zo weinig? Jezus wil dat weinige dus ontvangen en Hij maakt er genoeg van voor iedereen. Dit blijven gedachten die blijven hangen, gedachten waarbij je denkt: “Dat weinige van mij ook? Ja, dat weinige dus ook. Dat is lastig, want het stelt soms maar zo weinig voor, maar als je met Jezus omgaat, reken er dan serieus op dat Hij er iets van gaat maken dat jij nooit had kunnen bedenken. Als Jezus vraagt wat je hebt, weet dan dat er iets met jou zal gebeuren. En als je dat aandurft, dan zul je meemaken welke overvloed God heeft!
Gebed: Heer, ik dank U dat U met mijn weinige dingen heel veel kunt bereiken en dat U zelfs aardse dingen kunt vermenigvuldigen als dat nodig is.