"Door het geloof heeft Abel God een beter offer gebracht dan Kaïn. Daardoor kreeg hij getuigenis dat hij rechtvaardig was; dit heeft God met het oog op zijn gaven getuigd. En door dit geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is." (Hebreeën 11:4)
Ondanks het grote verschil in verwachting tussen ons, die Jezus wederkomst verwachten en de Oud Testamentische gelovigen, die Jezus als Messias verwachtten, is er in het geloof van hen en van ons geen verschil. Wij geloven dat Jezus is gekomen is en zij geloofden dat Hij komen zou. Maar allebei geloven we het in het licht van het herstel van alle dingen dat Jezus kwam brengen. En in die verwachting dat dit straks volmaakt zal zijn, leven wij niet anders dan zij. We leven allemaal door het geloof en in ons geloof ligt de verwachting op de nieuwe toekomst waarin alles hersteld zal worden dat kapot is gegaan. We verwachten Jezus, met eer en heerlijkheid. Jezus heeft het eerste stuk volbracht, daar kijken wij op terug, maar in onze gebrokenheid, zien we uit naar de voltooiing van alle dingen.
De eerste gelovige die we in Hebreeën 11 tegen komen op de tribune langs de renbaan, is Abel. Al de gelovigen die zijn geweest, en het geloof hebben behouden, zijn getuigen voor ons zodat we zullen volhouden tot het moment dat de laatste bij Jezus is aangekomen en Hij zal terugkomen. En hoe heeft Abel dat gedaan? Laten we eerst maar zeggen dat het geloof van Abel wellicht heel primitief was. Meer dan de belofte die God aan zijn ouders had gegeven in het paradijs na de zondeval had hij nog niet in handen. En met het weinige dat hij wist, is hij ons tot een voorbeeld in het dienen van God.
Hoe leven we in verwachting? Als we kijken naar Abel, dan kon hij van heel veel dingen geen voorstelling maken, kon hij het eigenlijk ook niet beredeneren, en toch bleef hij vasthouden aan God, zelfs toen het hem zijn leven kostte omdat Kaïn woedend werd omdat God niet tevreden was met zijn offer, maar wel dan dat van Abel. En dat terwijl er nog geen enkele offerregel was en er nog geen eredienst was. Maar als we later naar de offerregels kijken, dan blijkt dat voor het offer alleen het beste goed genoeg was. Als je in Genesis 4 leest dat Kaïn van de opbrengt van het land een offer bracht, maar Abel de eerstgeborenen van zijn vee offerde, dan is het verschil direct duidelijk.
Verwachtingsvol leven kenmerkt zich door het offeren van het allerbeste. Niet wetend of je nog meer gezegend zal worden, toch de eerstgeborenen van je vee afzonderen voor de Heer. Dit is wel echt een leven in afhankelijkheid. Ik geloof dat we van Abel mogen leren dat hij direct het beste gaf en apart zette voor God. Als we in verwachting leven, bezuinigen we voor God niet op het allerbeste. De allerbeste tijd in onze agenda, mag voor God zijn, juist als je in verwachting leeft. Trek die lijn maar eens door op andere terreinen van je leven. Voor Kaïn was het slechts iets van het geheel, maar bij Abel zat dat anders. En terwijl wij wachten op Jezus, geven we het beste aan de Heer! Voor Zijn dienst, voor Zijn Koninkrijk!
Gebed: Heer, dank U wel dat ik U het beste mag geven dat U mij hebt gegeven. De beste tijd, de beste gaven, het is eerst voor U!