"En zie, een Kananese vrouw, die uit dat gebied kwam, riep naar Hem: Heere, Zoon van David, ontferm U over mij! Mijn dochter is ernstig door een demon bezeten." (Mattheüs 15:22)
Er zijn van die mensen in de Bijbel waar je toch helemaal door geraakt wordt? Iemand die dat doet is de Kananese vrouw. Wat een bijzondere vrouw is zij, want eigenlijk doet ze iets in geloof waar wij nog zoveel van kunnen leren. Wanneer was het voor de laatste keer dat je een demon uit iemands lichaam zag vertrekken? Of misschien moet ik de vraag nog iets anders stellen en vragen: "Wanneer was het voor het laatst dat je geloof voor bevrijding had?" Misschien heb je hier nog maar heel weinig over nagedacht. Soms zien we symptomen die wij heel makkelijk, zonder verder na te denken toewijzen aan de psychiatrie. Misschien weten wij ook wel veel te veel. Maar deze vrouw niet.
Wat er aan de hand was, is wel duidelijk. Deze vrouw komt naar Jezus toe om Hem te vertellen dat haar zoon door een demon is bezeten. En niet zomaar, maar dit is ernstig. En het enige wat ze nog kan bedenken is dat ze naar Jezus toegaat en Hem vraagt om medelijden. En je moet bedenken dat zij een heidense vrouw was. En eigenlijk zou je denken dat Jezus juist die vrouw iets van Zijn macht wil laten zien, maar dat blijkt niet te zijn wat Jezus doet. En zelfs het antwoord geeft eigenlijk geen enkele hoop. Hij is niet voor haar gekomen.
Als je hier over nadenkt, is het onbegrijpelijk. Is Jezus dan niet voor iedereen bereikbaar? Natuurlijk was Jezus eerst voor Israël gekomen, maar door de hele Bijbel heen zien we al heidenen die ook geholpen worden. Maar deze vrouw is niet van plan om het hierbij te laten zitten. Het gaat toch om haar dochter? Dit kan toch voor haar niet? Wat een volhoudend geloof in Jezus. Hoe vaak heb jij al gebeden voor je problemen? Hoe vaak stoppen wij maar niet al te snel na een keertje bidden. Als het ernstig is misschien wat vaker. Wij weten niet het moment waarop het Gods tijd is. Deze vrouw blijft hopen en daarom vragen.
Als Jezus dan zegt dat ze eigenlijk niet meer is dan een hond en die geef je niet het brood van de kinderen, dan zou je zeggen dat dit een brug te ver wordt. En wat doet deze vrouw dan? Ze zegt: "Er valt toch ook wel eens brood van de tafel voor de honden?" Ze weet dat ene kruimel van Jezus genoeg is. En ik geloof dat het niet gaat om het feit dat deze vrouw een heidense vrouw is. Het gaat er om dat zij volhardt in het gebed. Ze laat niet los en blijft aanhouden.
Deze vrouw laat aan de ene kant toewijding voor haar kind zien, maar aan de andere kant ook moed om te geloven dat het moment gaat komen. Dat is onze les vandaag. Geef niet te snel op bij Jezus, soms ben je er niet met ene keer vragen. Niet omdat Jezus dat niet zou kunnen, maar omdat Hij wil weten of je echt gelooft dat Hij het wil doen. Want als Jezus dan ingrijpt, doet Hij dit hier op basis van haar geloof.
Gebed: Heer, ik wil niet leven met de gedachte dat ik de gebrokenheid wil accepteren, terwijl U bij machte ben om in te grijpen. Ik grijp mij telkens opnieuw in geloof aan U vast.