"Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want ik ben heilig." (1 Petrus 1:15 en 16)
De komende dagen zullen we een misschien wat minder populair onderwerp behandelen, maar wel een onderwerp dat nodig is om een keer goed bij stil te staan: De heiligheid van God. Nu moet je niet gelijk schrikken als je dit thema ziet en bang worden dat je dan ineens heel wettisch moet gaan leven, want dat is niet de bedoeling van God als het over Zijn heiligheid gaat. Maar het feit dat Hij heilig is, bepaalt wel hoe wij naar God moeten kijken en met Hem moeten omgaan.
Ik weet niet wat jij geleerd hebt over God, maar als het over de heiligheid van God ging, leerde ik vooral dat ik met allerlei vormen daar aan moest denken. Dat zat dan in manieren van bidden en in manieren van spreken met God. De heiligheid van God voelde dan soms bijna als iets dat afgedwongen moest worden. Maar ik denk dat we het dan helemaal omdraaien en wij, vanuit ons zo goed mogelijk ons best doen, heilig genoeg doen om te voldoen aan Gods heiligheid.
Zo bedoelt God het niet. Als Petrus de woorden van God aan het volk Israël herhaalt, zegt hij daarmee niet dat iedereen maar eens even zijn best moet doen, maar hij zegt dat God heilig is en dat dit een gevolg heeft voor ons. Het uitgangspunt is Gods heiligheid. Vaak denken wij dat in Gods heiligheid vooral Zijn toorn over de zonden zit. Deels is dat natuurlijk ook zo. Zeker in het Oude Testament zien we hoe de volle toorn van God soms functioneert.
Gods heiligheid is echter veel en veel meer dan dat. Het woord 'heilig' betekent eigenlijk 'afgezonderd' of 'anders dan de rest', zou je ook kunnen vertalen. En als dat over ons gezegd wordt, betekent dat hoe wij als christenen anders zijn in deze wereld, maar als dit over God gezegd wordt, dan betekent het dat God de totaal Andere is. God is niet te evenaren, de heerlijkheid en glorie en majesteit van God stijgt boven alles uit. En hoe meer wij ons daarin verwonderen en in ontzag onze adem voor inhouden, hoe meer ook wij verlangen om Gods beeld te dragen.
Als God van ons heiligheid verwacht, dan verwacht Hij dat omdat wij naar Zijn beeld zijn geschapen. En omdat Hij volkomen heilig is en dat heeft laten weerspiegelen in de schepping van ons mensen. Dat betekent dus dat wij niet alleen heilig zouden moeten zijn in zondeloosheid, maar in het beeld van God dat Hij in ons had gelegd, lag ook Zijn glorie en heerlijkheid. Wij weten bijna niet meer wat dat is omdat we dit zijn kwijtgeraakt, maar wij droegen de glorie van God. Als je zo gaat kijken naar Gods heiligheid, dan ontdek je eerst wie God is, voor zover wij dat kunnen bevatten, maar daarna kun je pas nadenken hoe jezelf heilig kunt zijn omdat God dit van je vraagt. De heilige, totaal andere God, Die niet te vergelijken is, omdat Hij volkomen heilig is, Die openbaart Zichzelf omdat Hij Zijn beeld weer wil zien in jou.
Gebed: Heer, Uw heiligheid kan ik bijna niet bevatten, ik begrijp het eigenlijk niet eens. Laat U mij zien hoe groot Uw heiligheid is, maar ook wat Uw heiligheid is!