"Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon." (Romeinen 12:10)
Gisteren hebben we al even stilgestaan bij Het bemoedigen van elkaar. Als er binnen het lichaam van Christus geen veilige plaats is om je emoties, je frustraties, je vragen en je moeilijkheden te bespreken, dan zal de kerk nooit een veilige plaats zijn waar een buitenstaander zich bij zou willen aansluiten. Heel vaak denk je als eerste, bij de vraag hoe we Nederland winnen voor Jezus, aan wat we moeten gaan doen om het Evangelie de wereld in te krijgen. Maar we moeten eerst echt terug naar de basis.
Ik geloof dat het grootste probleem niet de vorm is waarmee we het Evangelie aan de man brengen, maar het is een veel dieper liggend probleem in het Christendom in ons land. Het probleem is dat we als kerk onze aantrekkelijkheid zijn kwijtgeraakt. Niet omdat we oubollig zouden zijn, maar omdat de manier hoe wij geen zout zijn in deze wereld, uiteindelijk mensen afstoot.
Paulus wijdt daar in zijn brieven behoorlijk wat woorden aan. Hij maakt zich heel erg druk over de manier hoe we als geloofsgenoten met elkaar omgaan. Hij legt zich er niet bij neer als de liefde niet functioneert. En waar de liefde niet functioneert, daar ontbreekt ook de eenheid. En wat blijft er dan nog over? Het was het verlangen van Jezus dat wij allemaal één zouden zijn, zoals Jezus en de Vader één zijn. Maar hoe kunnen we één zijn als we elkaar alleen maar beoordelen en veroordelen over alle kerkmuren heen? Hoe is het mogelijk dat broeders van hetzelfde huis, van elkaar durven zeggen dat ze van de ander twijfelen of hij wel een broeder is.
Paulus zegt tegen de gemeente in Rome dat ze elkaar hartelijk moeten liefhebben, met broederlijke liefde. Dat kan maar op ene plaats beginnen. Dat kan nooit bij die ander beginnen de anderen moet liefhebben, maar dat begint altijd bij jezelf. De opdracht is niet dat we naar de ander moeten kijken of die wel genoeg liefheeft, maar de opdracht is dat jij en ik, persoonlijk, de andere gelovigen van harte lief zullen hebben met broederlijke liefde. Dat is nogal een opdracht.
Dat betekent namelijk dat wij over kerkmuren heen geen oordeel meer mogen hebben, dat betekent dat we in de ander blijven geloven, zelfs als hij andere keuzes maakt. Ik heb vroeger altijd geleerd dat als de 'gewoon gereformeerd' was, dat je dan 's ochtends naar de kerk ging en 's middags naar het strand. En ik weet nog goed dat ik voor het eerst preekte in zo'n gemeente en lang had bedacht of ik dat nu wel moest doen als Hervormde. Ondertussen weet ik dat ik ook in die kringen hele bijzondere broers en zussen hebben gekregen van de Heer.
Weet je wat het grote probleem is? Wij denken dat hoe wij het doen, goed is. En liefhebben binnen je eigen vormen en kleuren, dat lukt nog redelijk, maar wat nu als er ook andere vormen en kleuren blijken te zijn die net zo oprecht geloven? Liefhebben met de liefde van Jezus. Echt liefhebben, beseffend dat ook die ander één van jou familie is in Christus.
Gebed: Heer, altijd liefhebben, ook als die ander soms zo anders kan zijn, andere accenten kan leggen, leer mij mild en geduldig te zijn, maar leer mij ook mijn witte vlekken te zien, door het liefhebben van de ander.