"Terwijl Ezra zo bad en deze belijdenis deed en zich huilend voor het huis van God liet neervallen, voegde zich een zeer grote gemeente van mannen, vrouwen en kinderen uit Israël zich bij hem; want ook het volk huilde luid. (Ezra 10:1)
Als je het gebed van Ezra, aan het einde van hoofdstuk 9 leest, dan merk je hoe diep deze zonde van het volk gaat. Het trouwen met heidense vrouwen, gaat zo ver dat Ezra beseft dat alles misschien zelfs wel voor niets is geweest. Het trouwen met die heidense vrouwen en de menggodsdienst die gewoon verder dreigt te gaan waar het is gebleven voor de ballingschap, lijkt niet te kunnen stoppen. God is genadig, maar toch, dit is bijna niet te stoppen. Waarom blijft dat volk in dezelfde zonden vallen?
Is het je wel eens opgevallen hoe vaak het volk in de zonde van afgoderij is gevallen door die vreemde vrouwen? Al is het ook wel erg makkelijk om te wijzen naar Israël. Laten we eerlijk zijn, ook wij struikelen vaak maar al te makkelijk een dezelfde zonde. Maar sta dan eens even stil bij wat Ezra doet. Hij begint niet om het volk te straffen. Dat is het eerste dat in je zou opkomen: zolang God nog niet tot straf overgaat, dan zou hij het kunnen doen, zodat God misschien wat genadiger kan zijn. Overigens diep van binnen wel een manier die ons ook wel ligt. En dan kan straffen heel letterlijk zijn, maar het kan ook zijn dat je tegen jezelf zegt dat je niets meer verdient, en je zo voorbereid op de straf die gaat komen. Maar dit doet Ezra niet.
Ezra gaat ook de zonde van het volk verstoppen. Ook dat is een manier waarmee wij het soms maar al te makkelijk willen oplossen. En hij geeft het volk ook geen opdracht om te compenseren. Ook iets dat wij nog wel eens gebruiken. Alsof we onze fouten bij God moeten compenseren door goede daden. Hij doet dit allemaal niet. Het enige dat hij doet is de zonde van het volk bij God brengen. Luid en duidelijk, overigens. Hij brengt de zonde van het volk voor God en hij vertelt ook hoe het voelt en wat God hier van moet denken. En dat hele diepe, die diepe frustratie benoemd hij ook. Hij zegt eerlijk dat ze net terug zijn en dat juist deze zonde van die heidense vrouwen het begin van de ellende is geweest en dat het nu weer gebeurt.
Ik geloof dat wij mogen leren dat wij geen conclusie moeten trekken over hoe God gaat reageren. Overigens reageert God doorgaans uit genade op onze zonden die we bij Hem brengen. Er hoeft helemaal niets tegenover te staan. Geen straf, geen compensatie, maar gewoon eerlijkheid als het misgaat. En ook als dit moreel gezien een bepaald gevolg zou moeten hebben. Vertel maar gerust wat er zou moeten gebeuren, dat je echt wel beseft dat God, als Hij een mens was, direct weer alle vrijheden zou moeten wegnemen. Voorwaardelijk uit de ballingschap en dan gelijk al weer in de fout. Ezra gaat er slechts mee naar God en het volk komt erbij in beweging. Uiteindelijk huilt iedereen voor Gods aangezicht. Dit is wat Ezra ons leert als het zo vaak toch nog misgaat. En God wijst ons juist dan niet af.
Gebed: HEER, ook als Uw kind gaat het nog regelmatig fout en vaak op mijn zwakke punten. Maar ik wil er mee bij U komen. Ik wil buigen en belijden, maar ook van genade leven. Straf en compenseren is niet wat Uw genade mij leert. Eerlijkheid en berouw is voldoende bij Uw genade.