"Maar de Israëlieten deden wat slecht was in de ogen van de HEERE. Toen gaf de HEERE hen over in de hand van Midian, zeven jaar. Toen Midian de overhand kreeg over Israël, maakten de Israëlieten vanwege Midian voor zichzelf de holen gereed die in de bergen zijn, en de grotten en de bergvestingen." (Richteren 6:1 en 2)
Al langere tijd wilde ik een tijdje gaan schrijven over het boek Richteren, maar lang niet elk gedeelte vertelt zoveel dat we het heel concreet kunnen maken. De komende tijd zullen we stilstaan bij de geschiedenis van Gideon. De tijd voor Gideon was eigenlijk een tijd waarin het telkens dezelfde kant op ging. Het volk Israël zondigde verschrikkelijk, God gaf vijanden en vervolgens kreeg het volk berouw en gaf God een richter over Israël die de leiding weer nam. Ook bij Gideon was dat zo. Er was veertig jaar rust in het land geweest, maar Israël had niet veel geleerd van het verleden en deed wat kwaad was in de ogen van God. En de gevolgen waren niet te overzien.
Je moet met het boek Richteren uitkijken dat je het niet gaat vertalen naar onze tijd in de letterlijke zin. Als je stelt dat God vijanden geeft zoals bij Israël, dan kom je vroeg of laat in de knel, omdat wij in de eerste plaats niet het volk van God zijn zoals Israël en in de tweede plaats omdat er Nieuw Testamentisch wel het een en ander is veranderd in Gods manier van handelen. Wat we wel zien in alle oorlogen in het Oude Testament is de geestelijke strijd, daar lopen behoorlijk wat parallellen.
Israël lag onder de druk van hun vijanden. De Midianieten waren een volk dat telkens de oogst kapot maakte bij Israël, maar dat blijkt niet het enige te zijn. Ze trekken ook het land in op een manier die Israël zo bang maakt dat ze de bergen in vluchten. Telkens als Midian komt, zitten de Israëlieten in de grotten van de bergen. Ze lijken vooral bezig te zijn met het vluchten voor de vijand. Het vluchten voor een tegenstander die groter en sterker is als zij, is de enige prioriteit die ze hebben.
Soms lijkt het ook veel makkelijker om weg te vluchten voor de realiteit, in plaats van ons heil bij God te zoeken. Of zeg ik nu hele vreemde dingen? Het is toch veel makkelijker om ergens je bescherming in te zoeken, zodra de grote boze vijand je leven bedreigt. En of dat nu een letterlijke vijand is, of ziekte, tegenslag of iets anders. Wij zijn wel heel geneigd om net zo te doen als Israël: Als er iets op ons afkomt wat wij moeilijk de baas kunnen, dan vluchten we het liefst weg in plaats van daar samen met God tegen te strijden.
Hoe herkenbaar is het beeld dat Israël ons geeft. En er is ook niemand die hen op dit moment vertelt hoe het wel moet. En ondanks hun vluchten wordt het er zeker niet beter op. Sommige tegenslagen en moeiten lijken zo groot als dat Midian was. Ze waren als sprinkhanen die het hele land kapot maakten. Hoe gaan we daar dan mee om en hoe gaat God daar mee om?
Gebed: HEER, misschien zijn er veel dingen anders dan bij Israël, maar ik herken die houding van Israël maar al te goed. Vluchten is soms zo veilig, en dan maar net doen of dingen er niet zijn. Of als dit niet lukt slaan wij makkelijker om ons heen dan dat we de strijd met U strijden.