"Verlos mij uit de muil van de leeuw en van de horens van de wilde ossen. Ja, U hebt mij verhoord. Ik zal Uw Naam mijn broeders vertellen, in het midden van de gemeente zal ik U loven. U die de HEERE vreest, loof Hem; alle nakomelingen van Jakob, vereer Hem; wees bevreesd voor Hem, alle nakomelingen van Israël. " (Psalm 22:22-24)
De klachten van David gaan nog wel behoorlijk wat verzen door. Het is een diepe, bodemloze klaagzang. Het woord klaagzang klinkt als overdreven en erger dan het is, maar zo moeten we de klaagzang van David echt niet zien. Wat hij meemaakt is echt zo verschrikkelijk dat er eigenlijk geen woorden voor zijn. Eigenlijk blijft er niets meer van hem over. Net zoals er van Jezus niets meer overbleef. Er was geen hoop en geen redding meer te zien. Toen Jezus verdroogde als een potscherf en uitriep dat Hij dorst had, was de diepte niet te peilen.
David sluit zijn klaagzang af met de woorden die een herhaling lijken van de stieren en de leeuw die hem belaagden. Nu noemt hij die stieren en die leeuw nog een keer in een gebed of God hem hiervan wil redden. Het lijkt de dood te zijn, maar in eens is het leven zichtbaar. David laat hier iets zien van Jezus waar je kippenvel van krijgt. "Verlos mij!" en gelijk komt er een zin die bijna een verspreking lijkt: "Ja, U hebt mij verhoord"
Dit is wat het geloof doet, maar wat we tegelijk moeten leren. Ik weet wel dat ik in de tijd dat ik heel veel nieuwe ontdekkingen deed in het leven met God, dat iemand bad: "Ik dank U voor wat U nog gaat doen." Dat waren woorden die ik niet gewend was, want danken doe je toch pas als je het hebt ontvangen? Maar David leert ons hier dat we het in geloof al kunnen ontvangen al hebben we het nog niet in handen. Zoals Jozua het land al in bezit had, terwijl de strijd nog gestreden moest worden. Dat is wat David hier doet. En hij gaat gelijk door met de belofte dat hij het zijn broeders zal gaan vertellen.
Jezus deed hetzelfde. Hij gaf Zijn leven vol vertrouwen ziel in Gods handen. Gelovend dat God Hem zou opwekken en dat Hij zou opstaan. En wat Jezus van plan was na Zijn opstanding? Hij zou het Zijn broeders gaan vertellen. Als Hij Maria ontmoet bij het graf zegt Hij: Ga naar mijn broeders en laat ze bij elkaar komen op de berg waar Ik het onderwijs heb gegeven."
Ik wil je vandaag vooral oproepen om in geloof te gaan zeggen: "U hebt mij verhoord!" Zelfs als je in je situatie nog geen verandering merkt, geloof dat je bent verhoord en ga in dat geloof staan. Dan leer je om je te richten om wat God gaat geven en niet op wat je op dit moment nog niet hebt. Wij zijn heel geneigd om te kijken wat we niet hebben, terwijl we in geloof alles al hebben ontvangen. Zelfs volkomen gezondheid hebben we al ontvangen, ook al ervaren we dat nog niet. Maar in geloof leven, dat maakt dat ons verlangen er zal zijn om iedereen Gods goedheid te vertellen.
Gebed: Vader, ik geloof, zelfs al zie ik er nog niets van. Ik geloof dat U mij hebt verhoord, zoals U ook Jezus verhoorde aan het kruis. En ik zal het iedereen vertellen dat U mij alles al hebt gegeven!