"U bent het toch Die mij uit de buik hebt getrokken, Die mij vertrouwen gaf, toen ik aan mijn moeders borst lag. Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af, vanaf de moederschoot bent U mijn God. Blijf dan niet ver van mij, want de nood is nabij; er is immers geen helper." (Psalm 22:10-12)
Het is wel een bijzondere manier hoe David hier vervolgens God redding, bijna claimt. En misschien is het dit wel, wat wij te weinig doen, omdat we soms niet zoveel vrijmoedigheid hebben. David is, als het gaat om beloften en om Wie God is, een man die bijna met autoriteit richting God spreekt. En toch is dit een manier die we in de Bijbel heel vaak vinden. We zien het zelfs bij Mozes, als het hele volk heeft gezondigd en God het volk van de aardbodem wel wegnemen, dat Mozes zegt: "Dit kunt U niet doen, wat zouden de heidenvolken dan van U zeggen."
David voelt overal nood en ellende en hij heeft echt hulp nodig. Hij kan niet verder als God er niet is. Hij begon met de vraag waarom God hem verlaten had, vervolgens kiest hij voor de lofzang en blijft God aanspreken op Zijn trouw, hij beseft dat hij geen man is, maar als een worm behandeld wordt. En dan zou je zeggen: "Nu weet hij niet meer hoe hij nu verder moet." En wat doet David dan? Hij spreekt God aan op het feit dat God hem geboren heeft laten worden.
Daar moet je gewoon eens over nadenken. Waarom ben je eigenlijk geboren? Is dat toevallig geweest? Er kwam een zaadcel en een eicel bij elkaar en warempel, jij bent ontstaan. Nee, dat is biologische onzin. Het is geen 'warempel', het is Gods scheppende kracht geweest dat jij er gekomen bent. Hij heeft je uiteindelijk uit de baarmoeder tevoorschijn laten komen, omdat Hij wilde, dat jij er zou zijn. Als je dit tot je laat doordringen, dat overweldigt je vol ontzag. Wat een plan van God.
David heeft dit echt beseft. Je ziet dit ook in Psalm 139 terug. En omdat hij gewild is door God, daarom spreekt hij midden in zijn ellende, vrijmoedig tegen God! Dat is wat er gebeurt. Ja, hij voelt zich een worm en geen man, maar hij is wel door God gewild. Sterker nog, vanaf dat hij geboren is, is hij op God geworpen. Dat is een zegen, als zelfs je ouders dit vanaf je allereerste begin hebben gedaan.
En tegelijk als je doorkijkt naar Jezus, die ook net zo gewild was door de Vader. Niet zoals David, maar om onze weg naar het Vaderhart vlak te maken, zodat wij werkelijk helemaal geliefd en gewild mogen zijn in Hem. Wat Jezus heeft gevoeld aan het kruis weten we niet precies. De Godverlatenheid, die was duidelijk, maar Zijn menselijke schreeuw dat God niet ver weg moest blijven, is als mens zeker niet minder geweest. God blijft voor Jezus ook Zijn God, al is Hij Zijn Vader kwijt.
En voor ons, die geloven geldt dat we God echt mogen aanspreken op het feit dat Hij ons wilde, hoe diep onze wegen soms ook gaan en hoe onmogelijk je leven soms voelt. Het leven is niet altijd geweldig en mooi. Het is ook soms heel diep en onmogelijk, maar dan mag je leren om tegen God te zeggen: "U wilde mij toch, help mij, want ik vertrouw op U."
Gebed: Vader, U wilde mij, U hebt mij gemaakt en daarom zal ik op U blijven vertrouwen, zoals Jezus op U bleef vertrouwen, zelfs Zijn leven in Uw hand gaf, wetend dat U Hem ook weer zou laten opstaan!