"En Jezus zei tegen hen: Kom achter Mij, en Ik zal maken dat u vissers van mensen wordt." (Markus 1:17)
Het lijkt zo heel opmerkelijk wat Jezus hier doet. Hij komt een paar vissers tegen en die zegt Hij dat ze Hem moeten volgen en Hij zal hen vissers van mensen maken. Wie doet dit nu? Je laat toch niet zomaar alles achter, terwijl je iemand helemaal niet kent? Of was Jezus zo dwingend dat ze gewoon geen keus hadden? Iemand zei ooit eens tegen mij nadat hij zijn roeping tot predikant van God had gekregen: "Dat moet dan maar, zo is het nu eenmaal: Als God je roept moet je maar luisteren, of je wilt of niet." Ik heb daar nooit iets van begrepen, want dit is niet de Jezus Die mij in Zijn dienst riep. En ik moet je dan eerlijk zeggen dat ik niets liever doe dan in dienst van Jezus zijn. Zou Jezus die mannen hier gedwongen hebben?
Het verhaal er achter is dat Jezus daar niet als een vreemdeling bij hen langsliep. Na Zijn doop in de Jordaan door Johannes de Doper, was Jezus zichtbaar geworden, Zijn bediening was op dat moment begonnen en Johannes had gewezen op Jezus, als het Lam van God dat de zonde van de wereld zou wegnemen. Jezus was niet een wildvreemde spreker op doorreis, Jezus had vanaf het moment dat de Vader Hem Zijn bediening gaf bij de Jordaan, de functie van rabbi. Dat lezen we ook door de Evangeliën regelmatig terug. Mensen noemen Hem zo, maar het is ook duidelijk dat Jezus in de synagoge onderwijs gaf.
Nu waren er in die tijd twee soorten rabbi's. De eerste soort rabbi's waren rabbi's die alleen onderwijs mochten geven. Joodse jongens die door meerdere niveaus van onderwijs waren heengegaan konden op die manier rabbi worden. Ze mochten dan eigenlijk de boekrollen lezen en kort daar iets over zeggen, maar geen eigen interpretatie in leggen. Daarnaast waren enkele rabbi's aangesteld tot een rabbi die ook zijn eigen interpretatie mocht geven op de Schrift. Dat deed Jezus op het moment dat Hij bijvoorbeeld in de Bergrede zegt: "Maar ik zeg u", en dan scherpte Hij de wet zelfs aan.
En rabbi's hadden leerlingen. En elke jongen in Israël kreeg een aantal jaar Bijbelonderwijs en de besten mochten verder. Dat was een eer. De anderen, de grootste meerderheid, viel af en ging bij vader in het bedrijf werken. Bij de tweede soort rabbi gold dat van die kleine groep leerlingen die het gered hadden er weer een klein aantal zou overblijven als de allerbesten. Die mochten bij die tweede soort rabbi als leerling mee.
En nu komt Jezus voorbij deze mannen die het niet gered hadden. Het basisonderwijs was het maximaal haalbare geweest. En dan komt Jezus, Die ondertussen als rabbi bekend was geworden voorbij en geeft hen als nog de kans om leerling te worden bij Hem. Leerling om net zo lang mee te lopen zodat je sprak als jouw rabbi, hoorde, handelde, genas en bevrijdde zoals jouw rabbi. Zou jij dan niet alles loslaten en meegaan? Discipel worden is een levenstaak, maar die mag jij ontvangen bij rabbi Jezus!
Gebed: Jezus, U bent rabbi van de meest bijzondere soort. En U accepteert mij als discipel. Ik wil heel graag van U leren, met U meegaan, net zoals als dat ik spreek en handel zoals U.