"Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is." (1 Johannes 3:1 en 2)
Als wij weten dat God rechtvaardig is en wij door Hem ook rechtvaardigheid doen, dan weten we dat we uit Hem geboren zijn. Tenminste, op deze manier brengt Johannes deze dingen bij elkaar. In Hem zijn en blijven, zijn telkens de woorden die er werkelijk toe doen. En het is wel goed om dat te blijven beseffen. Maar als het dan gaat over de vrijmoedigheid dan is er nog een reden waarom we echt vrijmoedig mogen toeleven naar de dag van de openbaring van Jezus op aarde.
Eigenlijk is dit de andere kant, die we wel vaak noemen. Het gaat over het kind van God mogen zijn. Maar dit is niet een vanzelfsprekendheid die er is omdat we nu eenmaal geloven. Johannes zegt: "Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft." Het heeft dus te maken met de liefde Die God ons heeft gegeven. Het is de liefde van de Vader, dat wij kinderen van Hem zijn geworden. Het is dus niet iets wat wij hebben verdiend, maar het is iets wat de Vader ons heeft gegeven. Dit is de liefde van de Vader die Hij ons heeft gegeven. Wij worden kinderen van God genoemd.
Tegelijk zit daar ook iets in. Want wat wij kinderen van God genoemd worden, maakt ook gelijk dat de wereld ons niet kent. Dat is een gevolg waar we ook niet vreemd van hoeven op te kijken. En laten wij elkaar daar ook echt mee bemoedigen, bemoedigen met de woorden dat wij in deze wereld ook vaak echt niet begrepen zullen worden. Kind van God zijn, betekent ook dat je als een kind van de Vader gaat leven. Je leeft niet meer volgens de bloedbanden van de wereld, maar volgende de bloedband die je hebt met de Vader.
Lieve broer, lieve zus, door het geloof ben je nu een kind van God. Dat ben je nu al, maar wat je straks zult zijn, dat weten we niet, zegt Johannes. Hij bedoelt dan niet te zeggen dat je straks dat kindschap weer kwijt kunt raken, maar hij wil wel zeggen dat wij niet weten hoe het er straks uit zal zien. Toch is er één ding dan wel duidelijk: Je bent van de Vader! Dat is genoeg en hoe we het dan straks allemaal zullen beleven, of we elkaar straks zullen herkennen, hoe we straks zullen leven, dat is niet waar het nu om gaat. Het feit is dat we door geloof nu Vaders kind zijn, niet meer begrepen door de ongeestelijke wereld, maar wel volkomen aanvaard door God de Vader en straks zullen wij Jezus zien, zoals Hij echt is en tot dat moment mogen we in geloof en vertrouwen wachten op Jezus, in verwachting dat we bij de Vader straks Thuis zullen zijn.
Gebed: Vader, door Uw liefde ben ik Uw kind en wat er straks allemaal precies zal gebeuren en hoe dat straks allemaal zal zijn, daar wil ik niet te veel mee bezig zijn, ik wil gewoon leven als Uw kind op aarde.