"Maar het hoofd van de bakkers hing hij op, zoals Jozef hem uitgelegd had. Het hoofd van de schenkers dacht echter niet meer aan Jozef, maar hij vergat hem." (Genesis 40:22 en 23)
Een zegen zijn is niet altijd even leuk. Want in een zegen zijn zit ook nog een andere kant. De zegen bij de dromen van de schenker en de bakker zat hierin dat God Jozef zegende met de betekenis van die dromen. En het kan zomaar zijn dat als je vraagt om een zegen te mogen zijn en dat ook echt je keus is, dat je ook momenten hebt dat je op basis van wat God je laat zien, je ook degene die je tot zegen wil zijn, ook echt de waarheid moet zeggen. Een droom uitleggen lijkt wel mooi, maar wat als je moet vertellen dat de bakker over drie dagen opgehangen zal worden?
Wij leven in een tijd waarin God best wel wat mag zeggen, maar het moet vooral wel positief zijn. Dat zie je ook bij profetieën, die moeten altijd positief zijn, maar Bijbelse profetieën waren toch echt regelmatig vol van oordeel. En zo is dat hier ook bij Jozef. Er zijn mensen die zeggen dat God geen oordeel uitspreekt, maar als iemand zondigt, dan kun je er gerust vanuit gaan dat God van je vraagt om diegene tot de orde te roepen.
En dan wordt de boodschap voor de bakker niet erg opbeurend. Waarschijnlijk zal de schenker onterecht in de gevangenis hebben gezeten, maar was de bakker schuldig. En dit is het gevolg van zijn schuld: de doodstraf. Dit staat helemaal buiten de discussie of God wilde straffen, deze man had gewoon wat op zijn kerfstok en Jozef moest zijn droom uitleggen. En dan is eerlijkheid net zo belangrijk als de zuiverheid in het huis van Potifar. Geen aanpassen van de boodschap, maar eerlijk doorgeven wat God laat zien.
De andere kant is er ook. De schenker is natuurlijk dolblij, hij mag blijven leven, terwijl de bakker het met zijn leven moet bekopen. Op zich is de vraag van Jozef ook helemaal niet vreemd. Jozef vraagt of de schenker aan hem wil gedenken op het moment dat hij in ere wordt hersteld. Maar dan komt het vreemde: er komt helemaal niemand om Jozef uit de gevangenis te halen. De schenker is hem gewoon vergeten. We moeten niet denken dat degenen voor wie we een zegen zijn, zij dat altijd ook in dankbaarheid uiten. Doe het ook niet om lof te oogsten, dan kom je bedrogen uit. Als het goed is, doe je het daar ook niet voor.
En soms, soms weet God dat een andere weg beter is. Jozef had nooit de droom van Farao meer gehoord op het moment dat Jozef eerder was vrijgekomen. En Jozef blijft nog twee volle jaren in de gevangenis zitten. Begrijpen we dit? Nee, maar dat wordt ook nu niet aan ons gevraagd. Wellicht heeft Jozef zich vastgehouden aan de dromen en aan God Zelf. Maar blijf vooral trouw en wil geen zegen zijn voor de beloning of de eer en glorie. Jezus was een zegen voor iedereen en eindigde daarmee aan het kruis. Zo zijn mensen, maar God blijft wel trouw!
Gebed: God van trouw, U veranderd nooit en U zult altijd mijn weg volkomen maken. Ik wil niet op mensen vertrouwen, maar op U alleen.