"En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd, tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang." (Openbaring 12:14)
Het is duidelijk dat satan des duivels is. Het Kind, waar hij jacht op maakte is uiteindelijk naar de hemel gegaan en hij ligt op de aarde neergesmeten. Eerst al omdat hij de hemelse strijd verloor en toen verloor hij ook nog eens van dat Kind. En nu het Kind onbereikbaar is gaat hij achter de moeder van het Kind aan. Het blijft iets lastigs om uit te leggen wie precies die vrouw is. Is dat het volk Israël? Maar dan zijn de beelden die volgen wel vreemd, en daarbij heeft Israël Jezus afgewezen. Zijn het de gelovigen op aarde? Dat zou kunnen als het 17e vers niet was gevolgd waar het gaat over de overigen van haar nageslacht.
We zouden ook kunnen denken dat de vrouw letterlijk op Maria slaat, maar dan klopt eerder in het hoofdstuk de volgorde niet, waar het Kind naar de hemel gaat en de vrouw naar de woestijn. Israël blijkt dan toch het meest aannemelijke. Maar dan zou de vlucht van de vrouw niet een bescherming zijn in de woestijn als gelovigen op aarde, maar dan gaat dit over Israël dat niet gelooft en een tijd, tijden en een halve tijd in de woestijn, als beeld van de plaats zonder God, maar daar wel beschermd, blijft wachten tot die tijden voorbij zijn. Israël als nog ongelovig volk en daarom eigenlijk buiten het bereik van satan. Satan kan alleen degenen echt iets aan doen die geloven.
Als dit zo is dan zijn de vleugels van een arend iets van de trouw van God en de bescherming van Israël. Satan is er op uit geweest om dit volk uit te roeien, maar uiteindelijk zal dit niet gaan lukken, want God heeft het volk in de woestijn een veilige plaats gegeven waar het uiteindelijk zal verblijven tot het moment dat de tijden voorbij zijn en Israël, vlak voor het einde van de wereld tot geloof komt.
Het blijkt dus dat zelfs het volk Israël, dat Jezus heeft afgewezen, door God zo beschermt wordt als zouden het gelovigen zijn. Dit is niet op een rijtje te krijgen, maar dit is Gods verkiezend handelen met Israël. De tijd, tijden en een halve tijd, komen overeen met de drieënhalf jaar of de 1260 dagen die al eerder werden genoemd. Ook de heilige stad zou die tijd vertrapt worden, maar tegelijk zouden de getrouwe getuigen van God blijven getuigen. Het beeld van de vrouw, als Israël wijst ons dus op de gehele tijd vanaf de hemelvaart van Jezus tot het einde van de wereld, waarin God ondanks Israël, toch trouw zal zijn aan Israël omdat zij de vrouw is waaruit het Kind is geboren. En satan, hij verliest dus weer, na de hemel en het Kind, nu ook Israël waar hij geen grip op zal krijgen.
Gebed: Jezus, U bent voortgekomen uit Israël en U zult dat volk, hoe ongelovig ook, nooit laten vallen en nooit in de steek laten. Uw trouw over een ontrouw volk is eeuwig groot! Dan geloof ik dat U ons als gelovigen ook zeker zult koesteren als Uw kinderen en is de tijd op aarde geen tijd van alleen machteloosheid, maar waarin Uw trouw er altijd zal zijn.