"HEERE, breng een omkeer in onze gevangenschap, zoals waterstromen in het zuiden." (Psalm 126:4)
Gevangenschap, of misschien ballingschap, of God daar een omkeer in wil brengen. Is dat de taal van een pelgrim? Is dat de taal van een gelovige op dit moment? Het klinkt als heel tegenstrijdig. En pelgrim was toch op weg naar Jeruzalem en dan zit je toch niet in gevangenschap? Toch lijkt deze pelgrim niet de vrijheid te ervaren zoals hij het verlangde. En tegelijk is dat ook niet bij ons zo? Wel op aarde, wel hier moeten zijn, maar niet thuis zijn op aarde? De pelgrim onderweg naar Huis. En hier op aarde voelt het als een gevangenis, als een plaats waar je niet weg kunt tot de dag dat Jezus komt.
Misschien klinkt het te somber. Ik moet eerlijk zeggen dat hoe meer ik van Gods Koninkrijk zie doorbreken, hoe minder ik mijn leven als iets noodzakelijks zie. Sterker nog, ik verlang naar nog veel meer van God. Meer geestelijk doorgedacht, klopt dit beeld toch wel enigszins. Deze psalm is een psalm die terugkijkt naar Gods grote daden, maar tegelijk ook een intens gebed heeft om redding.
Wanneer deze psalm zich afspeelt weten we niet. Het is heel lastig om de situatie helder te krijgen. De pelgrims zongen deze psalm in ieder geval wel als ze op weg waren naar Jeruzalem om daar te gaan aanbidding. En het lijkt er op dat het in de herinnering gaat over Gods redding uit de ballingschap, maar helemaal zeker is dit in ieder geval niet. Zeker omdat er ook nu sprake van gevangenschap lijkt te zijn. Welke gevangenschap dat dit dan moet zijn is al helemaal niet duidelijk.
Maar wat wel heel duidelijk is, is dat de pelgrim in zijn huidige situatie echte hoop heeft op Gods krachtige handelen. Hij rekent er helemaal op dat God kan redden, zelfs in de situatie waarin hij nu zit, want God deed dit al vaker! De herinnering aan het verleden geeft hoop voor de toekomst. En wat als wij op die manier terugkijken? Het geheim van de pelgrim is heel vaak dat hij terug kan kijken op wat God al heeft gedaan. En reken dat het bijna onbegrijpelijk en onmogelijk was dat Israël als nog uit de ballingschap is gekomen. Dat was niet logisch, God leek het volk toen wel vergeten te zijn. En toch bleef God trouw aan Zijn Woord.
En als wij terugkijken? Niet alleen in wat God al in ons leven deed aan wonderen, want die zijn er ook al velen geweest. Maar verder terugkijken, kijken wat God deed in Jezus Christus aan het kruis. Want als God daar aan het kruis het onmogelijke deed door Jezus de weg te laten openen naar Hem terug, welke situatie kan er dan nog zijn in ons leven nu, waarbij we hopeloos zouden moeten kijken naar de omstandigheden. God redde de complete wereld, door Zijn Zoon. Is er dan, onderweg in ons leven, nog een moment te bedenken waarbij God niets meer kan doen? Er is alleen maar hoop, terwijl wij onderweg door moeilijke omstandigheden heen gaan. God heeft het laten zien, dat bij Hem alles mogelijk is.
Gebed: HEER, U geeft mij hoop in Jezus Christus. U bent de hoop, in mijn bestaan en in elke situatie. Als de hele gevallen wereld voor U niet hopeloos was, dan is dat ook niet ene situatie in mijn leven!