"Laat Mijn Liefste in Zijn tuin komen en eten van zijn beste vruchten." (Hooglied 4:15-16)
De Bruidegom is in Zijn loflied op Zijn bruid geëindigd met het beeld van een tuin. Ze is als een tuin met allemaal kruiden en specerijen. Wat een vergelijk is dit. De Koning ziet Zijn bruid als een tuin vol van geuren en kleuren. Zij is een paradijs op zichzelf. Als je bedenkt dat Jezus op deze manier Zijn bruid, Zijn gelovige ziet, dan word je er stil van. En wat is dan het antwoord van de bruid? Ze begint eerst haar Liefste aan te spreken als de bron van de tuinen. Door Hem, is haar tuin een paradijs.
Doordat Jezus de bron is van ons bestaan, is ons leven vol van leven, vol van genade en vol van heerlijkheid. Jezus kan, omdat Hij de bron is, genieten van wie wij zijn. En eigenlijk heeft de bruid dan maar één verlangen. Ze is als een tuin die volop in bloei staat, maar ook nog een tuin die is afgesloten en beschermd. Niemand kan er nog bij komen. Maar ze draagt wel vruchten, omdat haar Liefste, haar Bron is.
Het verlangen dat er dan ontstaat is dat haar Liefste de geuren van die vruchten ook zou ruiken. Dat is natuurlijk beeldspraak, maar het laat wel, in het beeld dat de Bruidegom inzet, zien waar de bruid naar verlangt. Ze vraagt en verlangt dan ook naar de wind. En of deze twee soorten wind iets speciaals te zeggen hebben is maar de vraag. Het gaat er vooral om dat de geuren in beweging komen. En tegelijk zet ze haar tuin open. Haar bestaan is niet meer alleen voor zichzelf, maar haar Liefste mag in haar tuin komen. Hij mag deelgenoot zijn van haar vruchten en van de geuren die dit voortbrengt.
De vruchten van geloof zijn geen vruchten die door ons toedoen te stand zijn gekomen. Vruchten van geloof zijn tot stand gekomen door de Bron van het Leven. Jezus is de Bron en oorzaak van elke vrucht in ons leven. Maar mag Hij dan ook als Bruidegom in onze tuin komen, mag Hij ons helemaal bezitten als Zijn bruid. De vruchten van geloof die ontvangen we niet voor onszelf, ze zijn geen betaalmiddel voor de hemel, maar ze zijn voor Jezus Zelf. Hij heeft recht op onze vruchten en Hij verlangt om de geuren van onze vruchten te ruiken.
Durven we Jezus te verwachten en uit te nodigen om in onze tuin echt te komen. We kunnen soms wel zeggen dat we uitzien naar de wederkomst en dat we Jezus werkelijk verwachten, maar is Hij echt welkom? Hoe staan onze vruchten ervoor? De bruid twijfelde niet om haar tuin voor Hem open te zetten. Ze wilde niets liever, maar misschien is de Bron in onze tuin wel eens afgesloten, waardoor de vruchten achterblijven. Er is wel leven, maar echt geloven dat Jezus' liefde ongeremd op je af komt en dat Hij verlangt naar jouw liefde voor Hem, dat is soms wel een grote stap. Maar lees dan nog eens het eerste gedeelte van dit hoofdstuk en besef hoe ontzettend veel Jezus je liefheeft!
Gebed: Mijn Liefste, ik ze mijn tuin helemaal voor U open. Kom binnen, neem mij, verover mij en al mijn vruchten zijn voor U. Het Zijn Uw vruchten, die ik mag dragen. En laat de wind maar waaien zodat U mijn vruchten al op grote afstand kunt ruiken.