“Ik zal mijn hand niet uitsteken tegen mijn heer; hij is immers de gezalfde van de HEERE.” (1 Samuël 24:11b)
Er is in David iets waarvan we iets kunnen leren en waarvan ik soms wel eens denk: “hoe komt hij aan zoveel geduld?” En dat is natuurlijk ook vrucht van de Heilige Geest. Maar het zet ons wel even op scherp. En op scherp zetten is dan ook wel echt op scherp zetten. Want David krijgt meerdere keren de kans om een einde aan het leven van Saul te maken.
Op een gegeven moment is David op de vlucht voor Saul, want zo erg werd de moordlust van Saul. En tijdens zijn vlucht zaten David en zijn mannen verscholen in de grot en precies in die grot gaat Saul zijn behoefte doen. En dan heeft hij toch de allerbeste kans om zijn vijand van het leven te beroven. En het koninkrijk was toch al van hem afgenomen, dus daarmee zou David ook gelijk koning worden.
Maar het is opmerkelijk hoe David reageert op deze mogelijkheid. Hij doet het namelijk niet. Saul is wel bezig om David uit de weg te ruimen, maar David wacht op Gods tijd. David zal straks de leiding overnemen, maar hij neemt het heft niet zelf in de hand. Hij neemt geen wraak, hij gaat zichzelf niet vergelden, maar hij laat dit helemaal aan God over.
David is zich er van bewust dat het recht op vergelding hem niet toekomt, hoezeer Saul ook het volk in het ongeluk stort met zijn leiding. Maar David weet dat dit niet aan hem is om Saul van de troon te halen. Hij blijft voor Saul een gezalfde van God en hij lijkt een eindeloos geduld te hebben met het wachten op Gods tijd. God heeft Saul op de troon gezet door hem te zalven, dan is het ook niet aan David om hier een eind aan te maken.
Maar dit is wel een leerschool op het moment dat je een zieke kerk voor je ziet, waar zoveel misgaat. Zodra je op dezelfde manier als Saul zou gaan reageren dan geef je satan de ruimte. God heeft leiders, predikanten, voorgangers of op welke manier de kerk ook leiders heeft, geroepen en aangesteld. Ze hebben allemaal de kans gekregen om onder Gods Geest mee te werken aan Gods Koninkrijk. Maar degenen die zijn afgeweken en met hun eigen kerken, kerkmuren of welke vorm van religie zijn verder gegaan, is niet aan ons om hen van hun tronen te halen. God is er mee begonnen en op Gods tijd zal God ingrijpen en tot die tijd zijn het gezalfden van God. En op die manier hebben we ze wel te behandelen.
Dat betekent niet dat we het overal mee eens moeten zijn, maar God is het Die recht zal spreken over degenen die leiding geven, maar hun zalving en de kracht van de Geest in hun bediening op het spel hebben gezet. Wij mogen nooit dat recht nemen. En misschien weet je dat God je wil gaan gebruiken op plaatsen waar de kerk zo ziek is, maar laat je dan niet verleiden om gezalfde leiders eigenhandig aan de kant te zetten. Leer er ook van om niet in de valkuil van macht en eer te stappen zodat jou niet erger zal overkomen.
Gebed: HERE God, misschien is dit wel het moeilijkste: zien dat de kerk ziek is en toch U recht laten spreken ten aanzien van leiders die niet meer in Uw wegen gaan. Ik blijf bidden, ook voor die leiders.